Kant verdedigde autonomie universiteit, blijkt uit ontdekte brief
UTRECHT – Universiteiten moeten niet dansen naar de pijpen van de overheid, vond de Duitse filosoof Immanuel Kant.
Dat blijkt uit een brief die is ontdekt door de Utrechtse filosofiehistoricus Ernst-Otto Onnasch. De brief laat zien dat Kant er veel aan was gelegen de autonomie van de universiteit tegenover de overheid te verdedigen. Hij schreef de brief op 7 mei 1791 in zijn hoedanigheid als decaan en lid van de examencommissie van de filosofische faculteit van de universiteit van Koningsberg. „Echt heel leuk”, reageert Ernst-Otto Onnasch, verrast door de vondst. „Omdat ik zelf ook lid ben van de Universiteitsraad herken ik goed waar Kant mee bezig is.”
Een belangrijke vraag is of, en zo ja hoe Kants wijsgerige opvattingen van invloed waren op zijn ambtelijk handelen, zegt Onnasch. „De brief is gericht aan Samuel Gottlieb Wald (1762-1828), directeur van het Collegium Fridericianum een Gymnasium in Koningsberg, en gaat over de vraag hoe de vrijstelling van de militaire dienstplicht van reeds gekeurde studenten geregeld moet worden.”
De registratie van gekeurde jongelingen lag destijds bij de scholen, licht Onnasch toe. „Om aan de universiteit te mogen studeren, diende de student een vrijstellingsbrief van zijn regiment te hebben. Kant is het er nu om te doen dat de scholen de vrijstelling op het schooldiploma vermelden, zodat niet de universiteit wordt belast de toepasselijkheid van de vrijstelling en de administratieve rompslomp daaromheen. Kant verzet zich tegen iedere poging van de overheid om de universiteit met verantwoordelijkheden te belasten die niet tot haar eigenlijke takenpakket behoren. Het is tekenend voor zijn talent dat hij een minore kwestie over militaire dienstplicht aangrijpt om de autonomie van de universiteit te behouden en terug te veroveren. Door uiterst handig te manoeuvreren met verschillende overheidsbelangen behoedt hij de universiteit om te moeten dansen naar de pijpen van de overheid. De academie is geen uitvoeringsorgaan en bepaalt zelf de maat voor de geschiktheid van aankomende studenten voor academisch onderwijs.”
Onnasch onderstreept dat moderne universiteitsbestuurders „op alle punten” van Kant kunnen leren. „Maar zolang onze universiteitsbestuurders uit de politiek worden gerekruteerd en zijn opgeleid aan instituten of universiteiten die zich meer en meer als uitvoeringsorganen opstellen en begrijpen, is duidelijk in welke richting de toekomst van onze universiteiten gaat: nivellering.”
Ernst-Otto Onnasch is docent-onderzoeker aan de Faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit Utrecht, departement Wijsbegeerte. Tevens is hij voorzitter van de examencommissie wijsbegeerte en lid van de Universiteitsraad. Hij schrijft vooral over de klassieke Duitse filosofie. Onnasch zal de brief samen Werner Stark van het Kant-Archief te Marburg publiceren in de Kant-Studien.