Kidnappers Algerije waarschuwen voor meer gijzelingen
ALGIERS (ANP/RTR) – De jihadisten die deze week mensen in de aardgassector hebben gegijzeld in Algerije, waarschuwen voor meer gewelddadige acties. Dat heeft het Mauritaanse persbureau ANI vrijdag gemeld. Dat heeft veel contacten met gewelddadige islamisten in de Sahel. De kidnappers waarschuwen Algerijnen dat ze beter weg kunnen blijven bij buitenlandse bedrijven in hun land.
De Franse premier Jean-Marc Ayrault heeft vrijdag gezegd dat de reddingsoperatie om de gijzeling te beëindigen, nog aan de gang is. Dat hoorde hij van zijn Algerijnse ambtsgenoot.
De uitkomst van de actie van het Algerijnse leger om tientallen gijzelaars uit handen van islamitische extremisten te redden is nog ongewis. Waar de Algerijnse regering donderdagavond meldde dat de actie bij het gasveld in de woestijn voorbij was, liet de Britse regering vrijdag weten dat het ‘terroristische incident’ nog gaande was. Londen zei niet in detail te kunnen treden en de Franse minister van binnenlandse zaken verklaarde dat de toestand rond Ain Amenas onduidelijk bleef.
Zeker zes, misschien veel meer mensen zijn om het leven gekomen, onder wie Britten, Filipijnen en Algerijnen. Verschrikte gijzelaars uit Ierland en Noorwegen spraken van een nachtmerrie. Tientallen werden nog vermist: Amerikanen, Britten, Fransen, Noren, Roemenen, Maleisiërs, Japanners, Algerijnen en de gijzelnemers zelf. De Britse premier David Cameron sprak twee keer met zijn Algerijnse ambtgenoot en was ‘voorbereid op slecht nieuws’.
„Een belangrijk aantal gijzelaars is bevrijd en een belangrijk aantal terroristen is geëlimineerd en helaas is er een gering aantal doden en gewonden gevallen”, zei de Algerijnse minister van communicatie Mohand Said Oubelaid tegen Algerijnse media. Hij zei dat de terroristen uit verschillende landen kwamen, met het doel ‘Algerije te destabiliseren, het bij het conflict in Mali te betrekken en zijn aardgasinfrastructuur schade toe te brengen’.
Het staatspersbureau APS meldde dat bij de actie van donderdag twee Britten en twee Filipijnen waren omgekomen. Woensdag waren al een Brit en een Algerijn gedood bij een overval op een bus die personeel naar het vliegveld bij Ain Amenas bracht. Volgens APS waren zes Algerijnen en zeven buitenlanders gewond geraakt. Het staatspersbureau stelde dat zeshonderd Algerijnse arbeiders werden bevrijd, ofschoon een groot aantal van hen de dag ervoor al door de gijzelnemers zelf was vrijgelaten.
De militanten lieten via een Mauritanische website weten dat 35 gijzelaars en vijftien strijders bij beschietingen vanuit helikopters waren omgekomen. Een woordvoerder van de Gemaskerde Brigade zei dat maar zeven gijzelaars het er levend af hadden gebracht.
De Amerikaanse president Barack Obama en de Britse premier Cameron spraken er telefonisch om informatie uit te wisselen. Perschef Jay Carney van het Witte Huis zei dat de Amerikaanse regering aan de Algerijnse regering om ‘duidelijkheid’ vroeg. De Amerikaanse minister van defensie Leon Panetta werd vrijdagochtend ingelicht, maar functionarissen van het Pentagon wilden geen details verschaffen vanwege de ‘gevoelige, voortdurende situatie’.
De door het leger gedomineerde Algerijnse regering, gehard door een decennialange strijd tegen islamitische extremisten, sloeg aanbiedingen van buitenlandse hulp af en ging zelf tot actie over. De Verenigde Staten stuurden een onbemand verkenningsvliegtuig naar het gebied bij de grens met Libië, maar konden weinig uitrichten en alleen maar toekijken. De Algerijnse autoriteiten verstrekten maar mondjesmaat informatie, zelfs aan westerse regeringsleiders. Japan ontbood de Algerijnse ambassadeur om hem op het hart te drukken samen te werken en levens te sparen.
Volgens de Algerijnse minister van binnenlandse zaken werd de gijzelingsactie uitgevoerd door een stuk of twintig strijders, die in drie voertuigen vanuit Libië de grens waren overgestoken. Ze stonden onder bevel van Moktar Belmoktar, een extremist die doorgaans opereert vanuit Mali. De aanvallers hebben duidelijk gemaakt dat hun actie een vergelding was voor het Franse ingrijpen in Mali om oprukkende militanten een halt toe te roepen. De Fransen stuiten op felle tegenstand en hebben veel van hun bondgenoten niet zo ver weten te krijgen mee te vechten.
Profiel Algerije
Hoofdstad: Algiers
Oppervlakte: Ruim 2 miljoen vierkante kilometer (ongeveer 57 keer zo groot als Nederland), sinds de splitsing van Sudan het grootste Afrikaanse land. Het grootste deel van het oppervlak bestaat uit woestijn.
Bevolking: Ruim 37 miljoen. De bevolking is sinds 1950 explosief gegroeid (toen: 8,7 miljoen). 84 procent van de inwoners is Arabier, 15 procent Berber. De meeste Algerijnen zijn soennieten en wonen in het noordelijke kustgebied. De officiële taal is Arabisch, maar er wordt ook veel Frans en Berbers gesproken. Een kwart van de bevolking is jonger dan 15 jaar.
Economie: De economie wordt voor het grootste deel geleid door de staat. Het land is sterk afhankelijk van de productie en export van aardgas en aardolie. Hoge prijzen zorgen ervoor dat het landsinkomen blijft groeien. Het land kampt echter wel met een hoog werkloosheidcijfer en een tekort aan woningen.
Politiek: Sinds de onafhankelijkheid in 1962 is, deels dankzij een militaire dictatuur, het Nationale Bevrijdingsfront (FNL) onafgebroken aan de macht geweest. In 1991 won de partij Islamitisch Heilsfront (FIS) de eerste vrije verkiezingen, maar direct na de uitslag in de eerste ronde volgde een staatsgreep van de FNL-miltairen. Het resulteerde in een 8 jaar durende burgeroorlog die aan meer dan 100.000 mensen het leven zou hebben gekost en een nederlaag betekende voor de radicale islamisten. President Abdelaziz Bouteflika is sinds 1999 aan de macht.