Verborgen trauma’s in Congo
Angstaanvallen, huilbuien, concentratieproblemen. Het komt in het geplaagde oosten van Congo vaak voor onder mensen met traumatische ervaringen. Maar de meeste Congolezen hebben geen idee waar al deze uitingen uit voortkomen.
Kinderen krijgen straf omdat ze in de klas zitten te draaien, vrouwen gaan naar de toverdokter om boze geesten te laten verdrijven. Een verband tussen de klachten met de plunderingen, verkrachtingen en oorlogen die Oost-Congo al jaren teisteren, wordt maar zelden gelegd. „Mensen hebben geen idee waar hun problemen vandaan komen”, merkt psycholoog Riët Kroeze, die voor de christelijke hulporganisatie Medair in de Oost-Congolese provincie Ituri werkt. „Ze zijn daarom geneigd die te negeren of keihard te lijf te gaan.”
Psychosociale hulpverlening staat in Congo nog in de kinderschoenen. Er heerst geen praatcultuur en de rust en de tijd om diep in de roerselen van de ziel door te dringen ontbreken. „De uitingen van trauma’s zijn er echter wel degelijk”, zegt Kroeze. Hulpverleners proberen daarom via heel basale programma’s mensen te leren waar hun problemen verband mee houden. „We zeggen bijvoorbeeld dat het heel normaal is om te huilen in de periode na een traumatische ervaring. Dat kan al een enorme opluchting betekenen.”
In een kring zitten en praten over ieders problemen – dat doen Congolezen niet. „Maar”, zegt Kroeze, „we kunnen mensen wel stimuleren om op weg naar het werk op het land te praten met een collega. Dat functioneert.” Wat bijvoorbeeld ook werkt is het aanbieden van een workshop waarbij vrouwen manden maken, terwijl er ondertussen gepraat kan worden. Daarmee snijdt het mes aan twee kanten: vrouwen verwerven een inkomen en steunen elkaar.
Voor alles is het echter belangrijk de familie bij het probleem te betrekken. Kroeze: „We proberen bijvoorbeeld duidelijk te maken dat het essentieel is om te blijven luisteren naar een familielid met een trauma. Het is daarbij allereerst belangrijk dat het taboe rond sommige gebeurtenissen verdwijnt. Zeker als er verkrachting in het spel is, speelt de schaamtecultuur op. Vrouwen zien een verkrachting als een grote schande, hun familie vaak ook. Dus zwijgen ze liever en kroppen hun probleem op.”
Rol kerk
Opmerkelijk is intussen dat weinig Congolezen in een diepe depressie lijken te zitten „Ik ben nog nooit een Congolees met ernstige depressies tegengekomen”, overweegt Kroeze. „Zelfdoding komt ook nauwelijks voor.” Kroeze denkt dat gewenning aan ellende een rol speelt en het feit dat mensen wel moeten doorwerken om te overleven. „Voor veel kinderen geldt bovendien dat ze in een context van oorlog en spanningen zijn opgegroeid. Ze weten vaak niet beter, helaas.”
Of de kerk, die in Congo sterk aanwezig is, een rol speelt in verwerking van traumatische ervaringen? Niet zozeer in persoonlijk pastoraat, denkt Kroeze. „Ik heb nooit gemerkt dat daar na bijvoorbeeld een oorlog veel aandacht voor is. Maar de kerkgemeenschap als zodanig heeft denk ik zeker een helende werking. De kerk is een toevluchtsoord waar mensen hun kracht en steun zoeken en in gebed en zang hun zorgen kunnen uiten. Veel Congolezen gaan iedere dag voor het werk even naar de kerk.”
Over het algemeen treft Kroeze onder de bevolking een gelaten houding aan over de situatie waarin ze zich bevinden. „Het is voor veel mensen zoals het is. Erg hoopvol op snelle verbetering zijn ze bovendien niet. Er zijn nog zo veel rebellengroepen actief dat spoedige vrede niet binnen handbereik is. Een bepaalde mate van acceptatie is wellicht ook belangrijk om te overleven.”
Frustratie
In Ituri, de provincie waar Kroeze werkt, waren er jarenlang ernstige ongeregeldheden tussen de volken Hema en Lendu. Die onlusten zijn momenteel geluwd, maar rebellengroepen maken het leven nog altijd ongewis. Ook het gevreesde Verzetsleger van de Heer van Joseph Kony uit Uganda trok enige tijd in de regio rond. De bevolking is de eindeloze rij van gevechten echter meer dan zat en voelt zich nauwelijks beschermd.
De frustratie daarover bleek recent toen de rebellengroep M23 de stad Goma, honderden kilometers ten zuiden van Ituri in de provincie Noord-Kivu, innam. De inname beheerste ook de gemoederen in de Iturische hoofdstad Bunia. Studenten en andere critici waren woedend omdat noch de VN-missie noch de regeringstroepen de opmars van M23 immers hadden tegengehouden. Het kantoor van de partij van de Congolese president Joseph Kabila in Bunia werd in puin geslagen, terwijl ook VN-gebouwen werden belaagd.
„Mensen weten niet meer wat te doen”, zegt Kroeze. „Het is onvoorstelbaar hoe de strijd in Congo maar eindeloos doorgaat. Als het ene noodhulpproject is afgerond, dient het volgende zich alweer aan.” De hulpverlener zegt zich vast te houden aan het vertrouwen dat God een plan heeft met het land en dat Hij alles kan veranderen. Dat is ook de vaste overtuiging van veel Congolezen, aldus Kroeze.
VN willen surveillancedrones in Congo
In het oosten van Congo zijn 800.000 mensen ontheemd geraakt sinds rebellen van de beweging M23 mei vorig jaar de wapens opnamen tegen de Congolese regering. Pogingen om tot een overeenkomst te komen liepen tot nog toe uit op een mislukking. De regio wordt al decennia geteisterd door rebellengroepen en oorlog.
Om de bevolking beter te kunnen beschermen, willen de Verenigde Naties surveillancedrones inzetten in het oosten van Congo. Dat heeft het hoofd van de VN-vredesmissies Hervé Ladsous vorige week in de VN-Veiligheidsraad laten weten.
Buurland Rwanda, dat ervan wordt verdacht de opstandelingen te steunen die onlangs verscheidene steden in het oosten van Congo innamen, is tegen de inzet van drones. De Rwandese VN-ambassadeur Eugène-Richard Gasana zei dat zijn regering er grote zorgen over heeft.
Brieuc Pont, woordvoerder van de Franse VN-missie, twitterde dat „de VN in Congo meer en moderne middelen tot hun beschikking moeten hebben, waaronder drones, om beter geïnformeerd te zijn en beter te kunnen reageren.”
Depressies wereldwijd
Depressies komen wereldwijd voor, maar wel in verschillende mate. Terwijl in Japan slechts 3 procent van de bevolking ooit met een depressie te kampen krijgt, ligt dit percentage in de Verenigde Staten op 16,9. In de meeste landen schommelt het percentage tussen de 8 en de 12. Onderzoekers tekenen bij de cijfers overigens aan dat een vergelijkend onderzoek moeilijk is omdat er geen algemeen geldende diagnostiek is. Symptomen zouden echter wereldwijd wel degelijk overeen komen.
Volgens cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) van eind vorig jaar lijden wereldwijd ruim 350 miljoen mensen aan een depressie, maar ontbreekt vaak de juiste zorg. „Er zijn effectieve behandelingen voor. Helaas krijgt slechts minder dan de helft van de mensen met een depressie daar de behandeling voor die ze nodig hebben”, aldus dr. Shekhar Saxena van de WHO. „In veel landen ligt dat aandeel lager dan 10 procent.”
In de meeste Afrikaanse landen is er weinig aandacht voor psychische zorg. Een land als Ethiopië telt slechts 26 psychiaters op een bevolking van 80 miljoen. Sommige landen hebben slechts één psychiater, aldus de WHO.