Ongeveer een derde van alle asielzoekers kwam uit een van de landen die vroeger tot Joegoslavië behoorden, vooral Bosnië-Herzegovina, Servië en Macedonië. Vooral in de tweede helft van vorig jaar dienden veel inwoners van die landen een verzoek in. Ook veel Russen en Syriërs verzochten om asiel. Toen in de zomer ineens veel meer inwoners van het vroegere Joegoslavië een verzoek indienden, nam de regering maatregelen om de stroom in te dammen. De verzoeken werden met voorrang behandeld, waarna in november en december het aantal verzoeken uit dat gebied sterk afnam.

Minister Hans-Peter Friedrich van Binnenlandse Zaken schrijft dat de sterke toename van asielzoekers uit de westelijke Balkan hem heeft verrast, omdat daar normaliter niemand om politieke redenen wordt vervolgd. Hij zegt dat de regering vastbesloten is het misbruik van de asielwetgeving tegen te gaan „opdat diegenen die echt bescherming nodig hebben, bij ons ook bescherming krijgen”.

Volgens de jongste cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek was er vorig jaar in Nederland geen sterke toename van het aantal asielaanvragen te zien.