De investeringen van Peking, heben volgens deskundigen alles te maken met de kwestie-Taiwan. Deze in Chinese ogen afvallige provincie moet indien noodzakelijk met militaire middelen heroverd kunnen worden. Om de in dat geval waarschijnlijk Amerikaanse militaire interventie af te wenden, wil Peking genoeg potentiële „vuurkracht” hebben om Washington af te houden van al te wilde plannen.

China maakte in maart vorig jaar bekend het defensiebudget met 17 procent te laten stijgen tot omgerekend zo’n 19,3 miljard euro. Dit is het officieel geldende bedrag. In werkelijkheid zou er zo’n 67 miljard euro zijn gereserveerd door ’s lands verdediging, inclusief de inkoop van wapens en technologie. Het budget zal naar verwachting dit jaar opnieuw stijgen.

Het westen kondigde na het bloedblad op het Plein van de Hemelse Vrede in Peking (1989) een wapenembargo af tegen China, ten gunste van Rusland en Israël. Amerikaanse en Europese producenten van materieel en technologie die ook militair ingezet kunnen worden, bleven evenwel aan China leveren. Het gaat dan onder meer om computers waarmee kernproeven kunnen worden gesimuleerd of om machines waarmee raketonderdelen gefabriceerd kunnen worden.

Rolls-Royce verkocht volgens het weekblad negentig vliegtuigmotoren aan Peking, die volgens defensie-experts zullen worden vastgeschroefd aan jachtbommenwerpers. Volgens het Britse Rolls-Royce zijn de motoren gebaseerd op technologie uit de jaren zestig en betekenen ze geen noemenswaardige versterking van de Chinese strijdkrachten.

De Verenigde Staten, die van zins zijn Taiwan binnenkort te voorzien van moderne wapens en onderzeeërs, hebben Amerikaanse bedrijven die „gevoelig materieel” leverden aan China al aangepakt. Een Amerikaanse producent van satellieten kwam deze maand een schikking van ruim 15 miljoen euro overeen met de Amerikaanse justitie. De onderneming werd ervan beschuldigd technische kennis over satellieten illegaal aan Peking te hebben verstrekt.