Shaare Zedek: Altijd op het ergste voorbereid
RD-journalist Richard Donk liep een paar dagen mee in het Shaare Zedekziekenhuis in Jeruzalem. Vandaag: spoedeisende hulp.
JERUZALEM – De afdeling spoedeisende hulp van het Shaare Zedekziekenhuis ligt in de frontlinie. Variërend van terreuraanslagen tot grootschalige verkeersongevallen. Ofer Merin: „We moeten altijd op het ergste voorbereid zijn.”
Het lijkt een gewone parkeergarage. Maar een nauwkeuriger blik leert dat zich her en der in het dak van de ruimte onder het hospitaal douches bevinden. Bedoeld om mensen te ontsmetten als Israël door een chemische aanval wordt getroffen.
Realiteit in Israël, benadrukt dr. Ofer Merin, hoofd van de afdeling spoedeisende hulp. „We moeten altijd op het ergste voorbereid zijn. Kennis alleen is niet voldoende; we moeten voortdurend oefenen.”
De spoedeisende hulp kent een speciaal protocol wanneer zich een calamiteit voordoet. Merin: „Afhankelijk van de omvang van de gebeurtenis kan ik met één druk op de knop 300 tot 500 extra mensen oproepen. Zij krijgen automatisch een sms-bericht en een telefoontje.”
In geval van een terreuraanslag of andere grootschalige calamiteit wordt de afdeling spoedeisende hulp binnen tien minuten ontruimd, vertelt Merin. „We kunnen honderd nieuwe patiënten in een kwartier tijd een plek geven.”
Het aantal aanslagen is de afgelopen jaren fors afgenomen. De volgende grote calamiteit die Merin verwacht is een aardbeving. „We zitten hier in een risicogebied, dus de kans is groot dat het een keer gebeurt.”
Ofer Merin maakt ook deel uit van het nationale rampenteam dat regelmatig bij calamiteiten in het buitenland wordt ingezet. Drie jaar geleden reisde de Joodse arts naar Haïti om slachtoffers van de aardbeving te helpen. „Dat geeft een grote mentale druk. Het moeilijkst is de beslissing om iemand niet te helpen omdat een ander meer overlevingskansen heeft.”
Dit is het derde deel in een serie over het Shaare Zedekziekenhuis.