De raketten werden afgevuurd op drie nederzettingen in de provincie Zuid-Waziristan, aan de grens met Afghanistan, waar leden van de Taliban in Pakistan zich schuil zouden houden die nauwe banden hebben met de islamistische terreurbeweging al-Qaeda.

Afgelopen woensdag werd een van de commandanten van de Taliban in Pakistan, Mullah Nazir, gedood door een aanval op een huis nabij Wana, de hoofdstad van Zuid-Waziristan. Zijn plaatsvervanger en acht anderen verloren ook het leven.

Nazir was er voorstander van de Amerikaanse militairen in Afghanistan aan te vallen in plaats van Pakistaanse militairen in zijn land. Die houding bracht hem in conflict met andere Talibanleiders, die het vooral op de Pakistaanse strijdkrachten hebben gemunt, maar bezorgde hem een goede reputatie bij Pakistaanse militairen. In november raakte hij gewond door een aanslag, die is toegeschreven aan Talibanaanhangers.

Veel Pakistani veroordelen de Amerikaanse aanvallen met onbemande vliegtuigen op Pakistaans grondgebied als een schending van de soevereiniteit van hun land en zijn woedend over de burgerslachtoffers die erbij vallen. Anderen vinden dat drones de enige manier zijn om militanten uit te schakelen die de lokale bevolking terroriseren in gebieden waar het Pakistaanse leger wegblijft.

Na de beëdiging van president Barack Obama als president van de Verenigde Staten in 2009 steeg het aantal aanvallen met onbemande toestellen fors. In 2007 waren het er slechts 5, in 2010 117. Vorig jaar daalde het aantaldrone-aanvallen naar 46.