Het gaat om het tweede stuk en behelst de oprichting van een muur van 45 kilometer lengte in de bezette gebieden. Ze loopt ongeveer van de joodse kolonie Elkana bij Qalqilya naar de militaire gevangenis van Ofer bij Ramallah ten noorden van Jeruzalem.

Met deze afscheiding worden volgens de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem nog meer Palestijnen, circa 80.000, vrijwel volledig geïsoleerd van de buitenwereld. Het tweede stuk moet in tegenstelling tot het 143 kilometer lange eerste stuk ook joodse kolonies inkapselen, die diep in bezet gebied liggen.

Het kabinet besloot woensdag echter om met name de grote kolonie Ariël niet meteen in te kapselen met de muur. Ariël krijgt een eigen omheining en de muur krijgt er 20 kilometer westelijker een opening. Later wordt bekeken of de muur dan alsnog wordt aangesloten op de omheining van Ariël, waarmee weer een flink stuk van de bezette gebieden van de Palestijnse centra wordt afgegrendeld.

Onder meer de Verenigde Naties hebben felle kritiek op de bouw van de afscheidingen. Maar ook de Verenigde Staten hebben hun misnoegen over het project herhaaldelijk kenbaar gemaakt. De muur zou de vredesinspanningen van de VS ondermijnen.

Maar de Israëlische minister van Justitie Lapid zei dat de bouw geschiedt in samenspraak met de Verenigde Staten en enkel bedoeld is om terroristen te weren. In Washington werd dinsdagavond door het ministerie van Buitenlandse Zaken gemeld dat de VS nog geen onmiddellijke plannen heeft om te korten op de enorme financiële steun aan de joodse staat in vorm van gegarandeerde leningen. Woordvoerder Ricard Boucher kon evenwel niet uitsluiten dat de omstreden muur die Israël bouwt, leidt tot afname van de Amerikaanse kredieten van 3 miljard dollar per jaar voor de komende drie jaar. De VS hebben eerder gedreigd de gemaakte kosten voor de muur in te houden op de toegezegde bedragen. De hele muur zal mogelijk anderhalf miljard dollar gaan kosten.

Bij de publicatie dinsdag van een nieuw VN–rapport over de Israëlische schendingen van mensenrechten en het internationaal recht hekelde een VN–functionaris in Genève ook de bouw van de fysieke afscheidingen tussen Palestijns en Israëlisch gebied. De bouw komt neer op de feitelijke illegale annexatie van nog meer bezet gebied.

B’Tselem stelde in een communiqué dat de Israëlische premier en minister van Defensie, respectievelijk Ariel Sharon en Shaul Mofaz, de angst van Israëli’s voor aanslagen misbruiken voor politieke doeleinden. Daartoe wordt de inname van zo veel mogelijk Palestijnse grond gerekend.

Door de voltooide afscheidingen leven al zeker 16.000 Palestijnen in vijf dorpjes westelijk van de afrasteringen feitelijk in gevangenkampen. Het dorpje Jubara bijvoorbeeld heeft maar een hek dat open kan. Dat gaat in de ochtend anderhalf uur open voor scholieren om naar school te gaan en ’s middag gaat het open voor de terugkeer van de scholieren.

Verder wonen de circa vijfhonderd inwoners in een afgesloten kamp. Als er geen school is, gaat het hek niet open. Boeren in het dorp kunnen niet meer naar hun land. Er is geen toegang meer tot medische hulp wanneer het hek dicht is. Volgens een Palestijnse waarnemer beogen de afrasteringen het leven in deze dorpen onmogelijk te maken en zo de bewoners te verdrijven.