Woensdag vielen de rebellen de Taftanaz-basis in de grensprovincie Idlib aan. Idlib ligt tegen de grens met Turkije aan. Ze lieten er een autobom ontploffen, waarmee volgens bronnen een gevechtsvliegtuig en een helikopter werden vernietigd. Donderdag bleven de aanvallen doorgaan, maar het regeringsleger dreef de rebellen weer terug, schrijft de Britse zender BBC op basis van berichten van rebellen en staatsmedia. De afgelopen maanden mislukten pogingen om de vliegbasis in te nemen.

Volgens berichten zou ook de luchthaven bij Aleppo zijn belegerd. Dit vliegveld is sinds dinsdag gesloten als gevolg van aanvallen. Ook zijn er gevechten gaande in de stad Deir al-Zor en bij het vliegveld daar.

Verder is in de buitenwijken van Damascus een hevige strijd gaande. Regeringstroepen proberen een buitenwijk, Daraya, in te nemen. De troepen hebben nog steeds de macht in het centrum van Damascus en vallen de buitenwijken vanuit de lucht aan om daar de controle terug te krijgen.

De aanvallen komen een dag na de publicatie van een onderzoek van de Verenigde Naties. Daarin staat dat het aantal slachtoffers in de Syrische burgeroorlog veel hoger is dan was gedacht, ongeveer 60.000. Syrische oppositiegroepen gingen tot nu toe uit van 45.000 doden.

Volgens het Syrische Observatorium voor Mensenrechten zijn woensdag 220 mensen om het leven gekomen, onder wie 46 militairen van het regeringsleger. Op donderdag telde de oppositie 70 doden in het hele land. De meeste slachtoffers vielen in de provincies Aleppo en Daraa en bij aanvallen op de buitenwijken van hoofdstad Damascus.

Tegenstanders van het regime willen vrijdag in meerdere steden demonstreren tegen het regime van president Bashar al-Assad.

Vanaf hun thuisbasis op de luitenant-generaal Bestkazerne in Vredepeel vertrekken maandag de Nederlandse Patrioteenheden naar Turkije. De luchtafweerraketten zullen daar deelnemen aan een NAVO-operatie om Turkije te beschermen tegen raketaanvallen uit Syrië.