De twee meisjes werden samen met een medeplichtige vriendin van dezelfde leeftijd door een jeugdrechter schuldig bevonden aan het beramen van terroristische aanslagen en aan het inzamelen van geld om terreurdaden te plegen.

De ’terreurtweeling’ maakt deel uit van een groep van 21 beklaagden. Ze wilden volgens de aanklagers onder meer aanslagen plegen op supermarkten in Rabat en op de koning. Het proces tegen de overige, meerderjarige beklaagden begint na het vonnis in de zaak tegen de tweeling en hun vriendinnetje.

De advocaten van de kinderen hadden erop aangedrongen de meisjes mild te straffen, gezien hun moeilijke jeugd in een van de armste krottenwijken van Rabat, Hay al-Inbiat.

Ze waren naïef en zijn beïnvloed en uitgebuit door de extremistische meerderjarigen. De meisjes zouden van plan zijn geweest zichzelf van het leven te beroven door zelfmoordaanslagen te plegen in winkels in de welgestelde wijk Souissi, vlak bij Hay al-Inbiat. Een van de twee, Imane, was volgens de raadslieden misbruikt en behandeld als dienstmeisje toen ze een tijd opgroeide bij een oom op het platteland. Verbitterd teruggekeerd in Rabat zou zij na de aanslagen van 11 september 2001 in New York als eerste van de tweeling het extremisme als avontuur hebben omhelsd.

De zaak kwam kort voordat de meisjes de aanslagen wilden plegen aan het licht. Een geestelijke, verbonden aan een moskee in de arme wijk, vernam van de plannen en waarschuwde de politie. De meisjes werden begin september aangehouden.