Advocatenechtpaar: Scheiding werk en privé is er nauwelijks
Ze vormen een jong advocatenechtpaar in protestants-christelijke kring. Zij doet voornamelijk agrarisch recht, hij ondernemingsrecht, maar met name kerkrecht. Teunis (39) en Lianne (35) van Kooten: „Een scheiding tussen werk en privé hebben wij nauwelijks.”
Opgroeien in een familiebedrijf dat van generatie op generatie gaat. Dat geldt voor zowel Teunis als Lianne van Kooten. Lianne van Kooten-de Jong bracht haar jeugdjaren op de boerderij in Bergambacht door. Haar familie houdt koeien en varkens en maakt kaas. „Ik hielp bijvoorbeeld met het gras schudden, de koeien halen en de kaas plastificeren.”
Teunis van Kooten groeide op in Montfoort. Zijn familie runt een slachterij. „Ik bewerkte bijvoorbeeld de ingewanden van koeien en schapen. Met de bestelbus bracht ik vlees bij de slagers.”
Kerkelijk bracht Teunis van Kooten zijn jonge jaren door in de hervormde gemeente te Montfoort. „Een hervormde gemeente op gereformeerde grondslag; ik heb daar belijdenis gedaan.” Lianne deed belijdenis in de Gereformeerde Bondsgemeente van Bergambacht. Nu is het echtpaar lid van de wijkgemeente Nicolaïkerk in Utrecht, die deel uitmaakt van de Protestantse Gemeente Utrecht, waarvan Teunis van Kooten scriba is. Beiden studeerden rechten in Utrecht en waren lid van het CSFR-dispuut Sola Scriptura.
Uit recent onderzoek blijkt dat menig student de CSFR ”rechts” binnenkomt en ”links” verlaat. Ds. G. J. van Aalst, predikant van de gereformeerde gemeente in Klaaswaal, ontraadde onlangs studenten uit de Gereformeerde Gemeenten lid te worden van de CSFR. Hij adviseert lidmaatschap van de rechtsere studentenverenigingen Depositum Custodi en Solidamentum. Hoe bezien de Van Kootens dat?
Hij: „Waardevol aan de CSFR vind ik het discussiëren over levensvragen, het doordenken van de relatie tussen geloof en wetenschap. Ik heb van jongs af aan al meegekregen om niet klakkeloos te volgen wat een kerkenraad zegt, maar zelfstandig te denken. Mijn vader stuurde me naar het toenmalige christelijke De Bruijne Lyceum in Utrecht en niet naar het reformatorische Driestar College in Gouda. Hij vond het belangrijk dat ik ook met andersdenkenden in aanraking kwam.”
Lianne: „Ik ging naar de Driestar. Ik heb daar een heel fijne tijd gehad. Dat geldt ook voor de periode bij de CSFR. Het mooie van die studentenvereniging vond ik dat je er terecht kon met je geloofsvragen.”
Hij: „Je kunt de zaak ook anders bekijken: Hoeveel van huis uit kerkelijke studenten zouden atheïst zijn geworden als er geen CSFR zou zijn?”
Ondersteunende diensten
Teunis en Lianne van Kooten zijn eigenaar van Van Kooten Advocaten, een kantoor met vestigingen in Utrecht en Montfoort. Er zijn zeven advocaten actief en enkele mensen voor ondersteunende diensten. Lianne van Kooten werkt zo’n vier dagen per week, haar man fulltime. Het stel heeft vier kinderen, in de leeftijd van één tot acht jaar.
Lianne van Kooten: „Ik worstel met het bekende dertigersdilemma. Het combineren van een gezin met jonge kinderen met mijn werk is erg druk, maar ook een uitdaging. Uiteraard wil ik er zijn voor mijn kinderen en ik wil ook mijn talenten op juridisch vlak breder blijven inzetten. Gelukkig passen onze ouders vaak op. Wij zijn er voor de kinderen op vaste momenten, zoals bij het ontbijt, het avondeten en het slapengaan. Van huis uit zijn we niet anders gewend dan dat ook de moeders volop meewerken in het bedrijf. Het voordeel van mijn situatie is dat ik er in noodgevallen, bijvoorbeeld bij ziekte van een kind, tussenuit kan. Soms knaagt er wel iets. Dan zou ik meer bij de kinderen willen zijn.”
Hij: „Het is goed dat kinderen ook leren op hun beurt te wachten, bijvoorbeeld als ze acuut speelgoed willen. Kinderen hoeven geen prinsen en prinsesjes te worden. Ouders kunnen werk hebben dat vóór moet gaan. Als het echt nodig is, zijn we er uiteraard voor de kinderen.”
Gevaren stad
Het gezin Van Kooten woont in de Utrechtse Rivierenwijk. Teunis van Kooten: „Onze kinderen zitten daar op de W. G. van de Hulstschool. De bekende schrijver Van de Hulst is daar bovenmeester geweest. Wij zien jonge christelijke gezinnen uit de stad vertrekken naar buiten, bijvoorbeeld naar de biblebelt. Ergens snap ik dat wel. Het geeft geborgenheid. Ouders willen hun kinderen niet blootstellen aan de gevaren van de stad.
Maar daar staat tegenover dat kerken in de stad jong kader zo nodig hebben. Anders dreigt een sterfhuisconstructie; leegloop en totale onbekendheid met het christelijk gedachtegoed. Als jonge christelijke gezinnen weggaan, wordt immers het smaldeel van kerkgaande christenen in de stad in het algemeen en kerkgaande christelijke kinderen op scholen nog kleiner.
Onze taak en verantwoordelijkheid liggen in Utrecht. Het is nodig om tijd te steken in de geloofsoverdracht, zoals het vertellen van de Bijbelverhalen aan de kinderen en hen weerbaar te maken. Ze groeien op met bijvoorbeeld kinderen die islamitisch zijn opgevoed en die op de Koranschool bagage meekrijgen. Ik ben dankbaar dat ik in Montfoort goed catecheseonderwijs heb ontvangen. De kennis over de Bijbel en de geloofsleer moet namelijk worden ingescherpt bij de volgende generaties zoals dat in Deuteronomium 6:7 treffend is verwoord.”
Erfeniskwesties
Lianne van Kooten heeft zich gespecialiseerd in het agrarisch recht. Ze adviseert bijvoorbeeld in erfeniskwesties in boerengezinnen. „Belangrijk in zulke zaken is dat er een stuk gunning is van de andere familieleden. Soms is het een vanzelfsprekendheid dat een zoon de boerderij overneemt. Dat kan niet voor de vrije verkeerswaarde. Het bedrag dat die zoon betaalt, ligt een stuk lager, zodat hij de kans heeft het boerenbedrijf voort te zetten.”
Ook staat ze boeren bij in procedures na dierziekten. „Dan gaat het over de uitbetaling aan boeren nadat hun veestapel is geruimd.”
Het ruimen van een veestapel hakt erin bij boeren. „Vooral met melkvee hebben boeren toch een bepaalde band. ’s Ochtends sta je de dieren nog te voeren, later op de dag komt men je veestapel ruimen, heb je soms zelfs de mobiele eenheid op je erf en word je gedwongen naar binnen te gaan. Van het ene op het andere moment. Dat is heel wrang.”
Tegelijkertijd ziet de advocate tot haar ongenoegen dat dieren steeds meer als kinderen worden behandeld. „Er worden verzekeringen afgesloten voor ziektekosten voor dieren. Er worden dierenkerkhoven aangelegd. De heisa rond de gestrande bultrug Johanna? Ronduit idioot. Veel mensen begrijpen niet meer hoe je op een normale, goede en praktische manier met dieren omgaat en hoe het er in de natuur aan toegaat.”
Theologisch eigene
Kerkrecht is het specialisme van Teunis van Kooten. Hij adviseert onder meer kerkelijke colleges in het opstellen van kerkordes. „Zo’n kerkorde moet aansluiten bij het theologisch eigene van zo’n kerkgenootschap.”
Ook is hij advocaat in zaken waarbij er sprake is van een conflict tussen bijvoorbeeld een kerkenraad en een predikant. „Zo kan een predikant zich onheus bejegend voelen door de kerkenraad of er speelt een geschil over ontslag of traktement. Als er een kerkelijke rechtsgang is, moet die route in beginsel eerst worden gevolgd. Maar de burgerlijke rechter kan ook in beeld komen.”
Is het triest als kerkmensen elkaar voor de wereldlijke rechter dagen? „Jazeker. Het is een misvatting te denken dat een advocaat alleen maar zou willen procederen. Ik sta achter de voor advocaten geldende gedragsregel dat we bij een conflict eerst proberen te schikken. Denk aan mediation. Lost dat niets op, dan komen procedures in beeld.”
De kerkelijke rechtspraak in Nederland kan verder worden geprofessionaliseerd, denkt Van Kooten. „Van essentieel belang is dat er hoor en wederhoor wordt toegepast en men onpartijdig is. Dat loopt wel eens spaak, met name in kleinere kerkverbanden. Er kan een cultuur van ons kent ons bestaan. Dan krijgt bijvoorbeeld de klagende partij alle tijd om zijn verhaal te doen, terwijl de verwerende partij die tijd nauwelijks krijgt. En dat terwijl de gedachte van hoor en wederhoor in de Bijbel is terug te vinden. Kerken moeten nagaan of ze een goede geschillenregeling kennen. Als dat zo is, is de wereldlijke rechter ook minder snel geneigd zich in een kerkelijke zaak te mengen.”
Invloed AWBG
Rechtsgeleerde dr. Paul Cliteur signaleerde pas een morele revolutie. Jonge generaties hechten meer aan de behartiging van belangen van dieren en minder aan die van hun menselijke soortgenoten die zich op hun godsdienstige beleving beroepen. „Vanouds had de staat een zeker begrip voor het verschijnsel religie en de manifestatie daarvan in de publieke ruimte”, reageert Teunis van Kooten. Dit staat nu allemaal onder druk. Dat zie je bijvoorbeeld aan het recente pleidooi van D66 om de zondagswet af te schaffen en een eind te maken aan de service van gemeenten aan enkele kerkgenootschappen om verhuizingen van kerkleden door te geven.”
De Algemene wet gelijke behandeling (AWGB), waarvan officieel kerken zijn vrijgesteld, oefent toch „heel geleidelijk” invloed uit in de kerken. „Ik verwacht niet dat op korte termijn kerken verplicht worden om vrouwen tot het ambt toe te laten, maar ik sluit niet uit dat het ooit nog zo ver komt. Nu al mag een kerk een schoonmaker niet meer weigeren als deze ongelovig is en moet men bij andere functies de kerkelijke eisen beargumenteren.”
Zij: „Godsdienst wordt steeds meer gezien als een privézaak die je maar binnenshuis moet beoefenen. Naar buiten toe moeten christenen steeds meer uitleggen over wat hen beweegt. Het onbegrip van de buitenwacht was zichtbaar toen tv-presentator Claudia de Breij uithaalde naar SGP-leider Van der Staaij in verband met zijn afwijzing van het lesbisch ouderschap.”
Hij: „Religieuze motieven worden steeds minder geaccepteerd. Zo zijn bijvoorbeeld de mogelijkheden voor mensen die om principiële redenen hun kinderen thuis willen onderwijzen beperkter geworden. Opvallend is dat religieuze minderheden bescherming krijgen uit Europa. Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens bepaalt namelijk dat er ruimte moet zijn voor de geloofsbeleving van religieuze minderheden. De overheid moet die minderheden garanderen dat ze naar eigen geloofsinzichten hun geloof kunnen belijden én in praktijk kunnen brengen. Kerken zouden in Europees verband samen kunnen optrekken met het Vaticaan om pal te staan voor de godsdienstvrijheid. Probleem is wel dat het Vaticaan nog verwikkeld is in het misbruikschandaal.”
Bestaat christelijke advocatuur? Zij: „Het gaat om de christelijke levenshouding en inspiratie van waaruit je je werk als advocaat, of welk ander beroep dan ook, doet. Dat maakt dat je anderen in hun waarde laat, hen niet onnodig kwetst en rechtdoorzee bent. Overigens geldt dat regelmatig ook voor niet-christelijke advocaten.”
Hij: „Bij sommige mensen bestaat de verleiding om God voor hun juridische karretje te spannen, bijvoorbeeld in de zin dat een partij meent dat de andere partij van Godswege verplicht is om een geldbedrag te betalen. Dergelijk gedrag vind ik werkelijk vloeken. Ook in kerkelijke kwesties ben ik, juist om die reden, terughoudend met het gebruik van Bijbelteksten. Soms, als ik weet dat het landt, verwijs ik nog wel eens naar een Bijbeltekst met een meer algemene strekking. Denk aan Paulus die ertegen waarschuwt dat strijdende gelovigen elkaar voor de wereldlijke rechter dagen.”
In huize Van Kooten gaat het menigmaal over juridische zaken. Hij: „We scherpen elkaar op. Als we op de bank zitten, bespreken we soms juridische vragen in bepaalde dossiers.” Zij: „Scheiding van werk en privé is er nauwelijks. Wij vinden het normaal om werk naar huis mee te nemen.”
Levensloop
Teunis van Kooten (1973) studeerde na het vwo rechten. Hij is gespecialiseerd in kerkrecht. Van 2001 tot 2006 was hij in deeltijd adjunctonderzoeker kerk en recht aan de juridische faculteit van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij is scriba van de Protestantse Gemeente Utrecht.
Zijn vrouw Lianne van Kooten werd geboren op 25 augustus 1977. Ze studeerde onder meer rechten. Ze is sinds 2001 werkzaam als advocaat en heeft als specialisme agrarisch recht. Ze staat onder meer boeren bij in juridische geschillen, waaronder procedures omtrent schadevergoeding bij dierziektencrises. Het echtpaar heeft vier kinderen.