Bert Dokter blijvend betrokken op hulpverlening in Rusland
Dit nooit weer, dacht Bert Dokter toen hij in 1992 terugkwam van zijn eerste reis naar Rusland. Toch woonde hij uiteindelijk dertien jaar in Moskou. In 2010 keerde de hulpverlener terug. Als directeur van Mission Possible Nederland blijft hij nauw betrokken op het vroegere communistische land.
Het vliegtuig van Aeroflot is zojuist geland in Moskou. Doelgericht loopt Bert Dokter (46) met zijn weekendtas om de schouder naar de uitgang van het vliegveld om zich door een taxi naar het station te laten rijden. „Dit voelt als thuiskomen”, zegt de Groninger even later, zodra hij de geur van de Russische treinen opsnuift.
Normaal gesproken houdt de directeur kantoor in zijn sociale huurwoning in Uithuizen. Tijdens bezoeken aan projecten van de christelijke hulporganisatie Mission Possible in Rusland geniet hij van de ontmoeting met bewogen hulpverleners. De schrijnende verhalen van cliënten, voornamelijk vrouwen en zwerfjongeren, raken hem zichtbaar.
Wat hebt u met Rusland?
„In 1992, net na de val van de Muur, reisde ik voor het eerst naar Rusland. Ik ging op eigen gelegenheid, het avontuur trok me. Het werd een interessante, maar ook een lastige week. Ik sprak de taal niet. Met moeite slaagde ik erin in Moskou geld te wisselen, maar met roebels op zak wist ik nog niet hoe ik ergens eten kon bestellen. In een restaurant liep ik achter iemand aan en gebaarde dat ik hetzelfde wilde hebben als degene voor mij. Het viel allemaal niet mee. Toen ik terugkwam, dacht ik: Dit was eens maar nooit meer.”
Toch vertrok u vier jaar later weer naar Moskou.
„In de tussenliggende tijd was er het nodige gebeurd. Ik had een goede baan in de automatisering, maar kwam erachter dat ik vooral voor mezelf leefde. Ik was bezig met carrière maken, geld verdienen. Dat bevredigde me niet langer. Ik kwam in contact met de christelijke hulporganisatie Dorcas en reageerde op een vrijwilligersfunctie in Armenië. Op die post werd ik niet benoemd. Toen bleek dat ik voor Dorcas naar Rusland kon, heb ik dat gedaan. Ik vertrok met 60 kilo bagage, waaronder een cursus ”Russisch voor beginners” om via cassettebandjes de taal te leren.
De bedoeling was dat ik in Moskou een jaar een Amerikaanse hulpverlener zou assisteren. Hij ging echter binnen vier maanden weg. Ook de regiodirecteur vertrok. Uiteindelijk ben ik veel langer gebleven dan de bedoeling was. Na een aantal jaren werd ik regiodirecteur van het Gemenebest Onafhankelijke Staten van Dorcas.
In Moskou leerde ik mijn vrouw, Marina Khazanova, kennen. Het laatste jaar dat ik voor Dorcas werkte, hebben we in Oekraïne gewoond, waar zij vandaan komt. De woonsituatie was daar niet optimaal. Ook kwam ik zelf steeds verder van het hulpverlenende werk af te staan. In augustus 2010 zijn we naar Nederland gegaan.”
Wat is de belangrijkste ontwikkeling die u de afgelopen vijftien jaar in Rusland hebt gezien?
„Het land heeft een enorme economische ontwikkeling doorgemaakt. Een kleine laag van de bevolking profiteert daarvan, het grootste gedeelte dus niet. Dat veroorzaakt bij die laatste groep frustratie. Het verschil tussen rijk en arm, dat er altijd al was, is veel duidelijker zichtbaar geworden. In steden als Moskou zie je een enorm materialisme, maar ook kwetsbare groepen die zwaar in de problemen zitten.
De laatste vijftien jaar zijn er veel sociale hulpverleningsprojecten gestart, vaak vanuit kerken. In het begin bekeken overheidsinstanties dat werk argwanend. Ik heb zelf ook te maken gehad met tegenwerking. De laatste jaren zie je echter dat er juist samenwerking met lokale (overheids)instellingen ontstaat. Een organisatie als Mission Possible heeft zijn bestaansrecht bewezen, waardoor het vertrouwen in haar werk is gegroeid. Daarbij speelt ook mee dat de problemen op het gebied van bijvoorbeeld alcohol en drugs zo groot zijn dat ze de overheid boven het hoofd groeien.”
Welke rol spelen de protestantse kerken in de ontwikkelingen?
„Deze kerken, die heel klein zijn vergeleken met de Russisch-Orthodoxe Kerk, zijn behoorlijk actief op sociaal gebied, in combinatie met evangelisatie. Dat zie je vooral bij de baptisten- en pinkstergemeenten. Er zijn in Rusland maar liefst 1300 –vaak kleinschalige– christelijke rehabilitatiecentra voor mensen die met allerlei problemen kampen. De pinkstergemeenten richten zich met name op verslavingsproblematiek, terwijl de baptisten het meest actief zijn met werk in gevangenissen. Mission Possible steunt projecten die vanuit diverse kerken zijn opgezet.”
Wat drijft u om zich voor Mission Possible in te zetten?
„In 1996 begon ik voor Dorcas met het opzoeken van straatkinderen in Moskou. In de loop der jaren kwam ik in allerlei projecten regelmatig hulpverleners van Mission Possible tegen. Ik leerde hen kennen als bewogen mensen die met weinig middelen tot veel in staat zijn. De internationaal directeur, Ignat Borisov Ivanov, zei tegen me: „Als je ooit teruggaat naar Nederland, moet je mij bellen.” Dat heb ik gedaan. Hij wilde graag dat ik in Nederland een afdeling zou opzetten die het werk in Rusland financieel ondersteunt. Dat was voor mij een mooie manier om op Rusland betrokken te blijven.”
In Nederland waren al diverse Oost-Europaorganisaties actief. Wat is de belangrijkste toegevoegde waarde van Mission Possible?
„Er zijn vanuit Nederland weinig christelijke organisaties actief in Rusland. Friedensstimme is daarvan een voorbeeld, maar dat werkt vooral in de noordelijkste gebieden, met een sterk accent op zending en evangelisatie. Mission Possible kenmerkt zich door hulpverlening die wordt uitgevoerd door lokale christenen. Zij richt vooral de aandacht op steun aan kinderen, probleemgezinnen en verslaafden. Hulpverleners bezoeken mensen thuis of bieden hun een plek in een rehabilitatiecentrum. Er is ook veel aandacht voor preventie, het voorkomen dat kinderen op straat belanden.”
Wat raakt u het meest tijdens uw bezoek aan de projecten in Rusland?
„Dat de hulpverleners altijd maar doorgaan, hoe moeilijk het soms ook is. Ze staren zich niet blind op problemen die ze tegenkomen, maar gaan gewoon verder, in het vertrouwen dat het werk van een christen nooit tevergeefs is. Als ze zelf geen vrucht bij mensen opmerken, zeggen ze: Misschien werkt het later nog iets uit in hun leven, ook al zien wij dat niet. Dat houdt hen op de been.
Ze zijn zich er ook sterk van bewust dat er een geestelijke strijd gaande is om de ziel van elk kind, van iedere ouder. Dat besef zijn we in Nederland misschien wat kwijtgeraakt. In Rusland ben ik daar weer nadrukkelijk bij bepaald.”
Dit is de laatste aflevering in een serie over christelijke hulpverleningsprojecten in Rusland.
Lees ook: Nooit een cent tekort gekomen (RD 3 november 2000)
Ex-verslaafden leren werken met kettingzaag
Op een boerderij in de Russische stad Yaroslavl, zo’n 350 kilometer ten noordoosten van Moskou, volgen veertig verslaafden een afkickprogramma. Het is een van de projecten van de christelijke hulporganisatie Mission Possible. Hovenier en docent Henk Bolhuis (38) uit Uithuizen bezocht het project onlangs met twee collega’s van AOC TerraNext in Eelde om zes ex-verslaafden een cursus werken met een motorkettingzaag te geven.
Bolhuis kwam via Bert Dokter, directeur van Mission Possible en evenals hij diaken in de gereformeerde kerk vrijgemaakt te Uithuizen, met de hulpverlening in Rusland in aanraking. Begin dit jaar reisde hij op eigen kosten met Dokter mee om projecten te bezoeken. Het werk op de boerderij in Yaroslavl sprak hem meteen aan. „Er verblijven zo’n veertig verslaafden die een programma –werktherapie en pastorale zorg– volgen om af te kicken. Rond de boerderij, die zelfvoorzienend is, ligt 180 hectare grond. Daarvan wordt 50 hectare verbouwd, de rest is bos.”
Het raakte Bolhuis hoe verslaafden die in de samenleving „door iedereen met de nek worden aangekeken, met liefde en zorg worden geholpen om af te kicken en een plek te vinden in de maatschappij.” Vanuit zijn deskundigheid als docent boomverzorgen en bosmaaien wilde hij het project graag ondersteunen. „In Rusland wordt veel hout gestookt. Het oogsten daarvan gebeurt niet zo veilig en professioneel als bij ons.” Hij zette een actie op touw die ertoe leidde dat er twee motorkettingzagen aan Mission Possible konden worden geschonken, evenals veiligheidskleding voor zes man.
Samen met twee collega-docenten van TerraNext reisde Bolhuis eind oktober naar Rusland om de spullen te overhandigen en een driedaagse kettingzaagtraining te geven. De zes deelnemers –allen (toekomstige) begeleiders op de boerderij– sloten de cursus met goed gevolg af. „Ze hebben een –in Nederland rechtsgeldig– certificaat gekregen voor het verantwoord kunnen werken met een motorkettingzaag en kunnen hun kennis nu aan anderen overdragen.”
De training komt volgens Bolhuis allereerst ten goede aan het werk op de boerderij. „Ex-verslaafden die de komende tijd motorzaagles krijgen, hebben daarmee bovendien een voorsprong als ze bijvoorbeeld bij een bosbouwbedrijf solliciteren. Met de training die we hebben gegeven, is een basis gelegd, waarop ze in Yaroslavl kunnen verder bouwen. Misschien dat ik er in de toekomst nog eens een vervolgcursus kan geven.”
Mission Possible
Mission Possible is een internationale christelijke organisatie die hulpverleningsprojecten in Oost-Europa ondersteunt. De Nederlandse tak werd in 2010 opgericht en maakt projecten in Rusland en Bulgarije mede mogelijk. Bert Dokter is directeur –en enige betaalde kracht– van de stichting in Nederland, die zowel bij particulieren als bedrijven geld werft. Vanuit Ede, Den Haag en Tolbert zijn drie vrijwillige ambassadeurs voor de organisatie actief.
Dit najaar bezocht Bert Dokter de projecten in onder meer Alapajevsk, Asbest en Jekaterinenburg. De organisatie wil de hulpverlening behalve met financiën ook ondersteunen door kennisoverdracht vanuit Nederland. Zo gaven drie docenten recent een cursus werken met de motorkettingzaag aan ex-verslaafden in Yaroslavl (zie elders op deze pagina). Momenteel zijn er contacten met De Hoop ggz. Doel daarvan is christelijke hulpverleners trainingen te laten geven aan medewerkers van Mission Possible op het gebied van verslavingszorg.