Binnenland

„Nog altijd cowboys in steigerbouw”

De veiligheid in de steigerbouw is de laatste jaren flink verbeterd, maar nog altijd lopen er in de branche veel „cowboys” rond. Dat zeggen diverse steigerbouwdeskundigen. „Er zijn bouwbedrijven die de voorschriften met voeten treden.”

J. Visscher
30 September 2003 10:39Gewijzigd op 14 November 2020 00:36

Het tragische ongeval in de Amercentrale in Geertruidenberg is in de wereld van de steigerbouw keihard aangekomen. „Dit raakt je midden in het hart”, zegt Bert van Avefaath, directeur van het Limburgs Steigerbouwbedrijf in Geleen. „Dit ongeval onderstreept dat we voortdurend waakzaam moeten zijn en kritisch naar onszelf moeten blijven kijken. Net belde nog een ongeruste relatie van ons. Hij vroeg hoe het toch mogelijk is dat die steiger in de Amercentrale in elkaar is gestort.”

Zelf is het Limburgse steigerbouwbedrijf ook actief in hoge ketels. Zo verrichtte de firma werkzaamheden in de Maascentrale bij het Limburgse Buggenum. Bij het opzetten van een steiger hoger dan 30 meter moet een constructietekening worden gemaakt. Is een en ander in orde bevonden, dan krijgt de steiger een label: een bewijs van deskundigheid. Belangrijke punten bij het opzetten van een steiger zijn onder meer een goede ondergrond, voldoende verankeringen en toereikende draagkracht.

Van Avefaath is ervan overtuigd dat er in de steigerbouw nog menige „cowboy” rondloopt. „Er zijn aannemers die zelf even een steiger in elkaar zitten en het niet zo nauw nemen met de regels. Die voorzien bijvoorbeeld niet in dubbele leuningen, hoewel de voorschriften zijn dat een steiger zowel een knie- als een heupleuning moet hebben.”

De steigerbouw werd de afgelopen decennia beduidend veiliger, constateert M. Ferket, directeur van steigerbouwopleidingsinstituut Scaffolding Training Europe in Goes. „Eind jaren tachtig vielen er per jaar soms vier of meer slachtoffers onder de 3000 steigerbouwers in Nederland. Nu is het een hoge uitzondering dat een steigerbouwer verongelukt. Dan praat je over één dode in een paar jaar.”

Een ander verhaal is de veiligheid onder de gebruikers van steigers. „Op grote hoogte werken levert nog altijd veel risico op. Uit een onderzoek blijkt dat 41 procent van de ongevallen in de werksfeer verband houdt met het vallen van grote hoogte. Dat zijn veel te hoge percentages.”

Hoewel de steigerbouw professionaliseerde, is lang niet alles koek en ei. Terwijl Ferket tamelijk tevreden is over de steigerbouw in de industriële sector (zoals in ketels als in Geertruidenberg en in de chemische industrie), valt er in zijn optiek in de bouwwereld nog een wereld te winnen. „In de bouw wordt vaak nog veel te makkelijk gedacht over de steigerbouw. Er zijn aannemers die de gevaren van een slechte steiger onderschatten.” Vooral aan toezicht schort het in de bouw meer dan eens, zegt Ferket. „Op dat gebied worden de regels nogal eens met voeten getreden.”

De verantwoordelijkheid voor de deugdelijkheid van een steiger ligt na aflevering bij de gebruiker, dus niet bij de bouwer van de stellage. Dat is in 2001 in de Arbo-wetgeving vastgelegd.

Net als zijn collega’s breekt Henk van Dorland, directeur van Stalen Steigers Van Dorland in Groningen, zich het hoofd over de mogelijke oorzaken van het ongeval in Geertruidenberg. Het blijft giswerk. „Zijn er berekeningsfouten gemaakt? Kon de steiger wegglijden? Ik kan het me nauwelijks voorstellen. We praten niet over een steigertje op de hoek van de straat.”

Bij opbouw en demontage van een steiger is alertheid van levensbelang, benadrukt Van Dorland, wiens bedrijf steigers van tientallen meters hoogte vervaardigt. „Met name bij de demontage van een steiger dreigt het gevaar dat je wat al te enthousiast te werk gaat en de veiligheid wat uit het oog verliest. Daar zit een risico.”

Zijn vakgenoot J. Vorstenbosch van familiebedrijf De Steigerspecialist in Breda kan zich groen en geel ergeren aan bouwlieden die aan een steiger gaan zitten rommelen om wat meer ruimte te hebben. Kwaad wordt hij ook als een bewoner van een huis een buis uit een steiger haalt om zijn ramen te kunnen wassen. „Dan probeer ik in grove bewoordingen duidelijk te maken dat dat echt niet kan.”

Ooit zorgde een storm ervoor dat een deel van een met zeil bedekte steiger van zijn plaats kwam. Vorstenbosch: „Het gebeurde ’s nachts. Er vielen geen gewonden. Door de kracht van de wind werden de verankeringen, met steen en al, uit de muur gerukt. Dat is overmacht.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer