Oud-huisarts duikt in medisch Staphorst
ZWOLLE – Hij moest er heel wat uren voor in de archieven doorbrengen, bellen, mailen en verloren gewaande familieverhalen reconstrueren. In het themanummer ”Van heelmeester tot huisarts” van de Staphorster historische vereniging bracht oud-huisarts in Staphorst Age van Dalfsen alle huisartsen en heelmeesters die vanaf 1800 in Staphorst woonden en werkten in beeld.
Al wroetend in de archieven kwam Van Dalfsen (72), die nu in Zwolle woont, „bijzondere zaken” tegen. Zo bleek dat zijn oude dokterspraktijk begin vorige eeuw op illegale wijze tot stand was gekomen. „De toenmalige dokter Jan ten Raa verkocht zijn nering aan een opvolger, maar ging vervolgens vrolijk door. Het zorgde voor veel commotie en juridische toestanden. Er waren wel geruchten dat er wat aan de hand was geweest met mijn oude praktijk. Ik besloot het uit te zoeken. Het gerucht over deze diefstal was eigenlijk de aanleiding voor mijn onderzoek.”
Van Dalfsen is geïnteresseerd in de geschiedenis, zeker als het zijn vak betreft. Hij maakte de stamboom van heelmeesters en dokters van 1800 tot heden compleet. Ook keek hij naar de oude panden waar de dokters in werkten. Zelf heeft hij in de stamboom een prominente plek. Van 1968 tot 1996 was hij arts in Staphorst. Alle artsen staan met een begin- en een eindjaar vermeld. „Het bijzondere aan het onderzoek is dat je erachter komt hoeveel er is gebeurd tussen twee schijnbaar onbeduidende jaartallen. Daar gaan hele mensenlevens achter schuil.”
In 1971 maakte hij de beruchte polio-epidemie in Staphorst mee. Vijf kinderen stierven. Van Dalfsen stoorde zich enorm aan de afrekencultuur in de media. „Ik vond de mensen niet minder omdat ze besloten zich niet te laten vaccineren. Er waren heel veel mensen in Nederland die niet gevaccineerd waren. In Amsterdam waren het er destijds veel meer dan in Staphorst. Het had met geloof te maken, maar soms ook met slordigheid. In de hoofdstad was de bevolkingssamenstelling zeer divers. Het virus greep daardoor niet om zich heen. In Staphorst kon dat door de homogene bevolkingssamenstelling wel.”
Goede gezondheidszorg was er amper in het Staphorst van begin vorige eeuw. Huisarts Koetsier schreef over deze gemeente in 1925 een schokkend artikel in Tijdschrift voor Geneeskunde. Van Dalfsen kwam het in de archieven tegen. Het verhaal ging over een dysenterie-epidemie in Staphorst in de jaren twintig. Dertig doden vielen er toen. Koetsier had het over „kampongachtige toestanden.” Ook de voorloper van het huidige NRC Handelsblad pikte het verhaal op. „Wat ik wonderlijk vond, was dat de toenmalige gemeenteraad van Staphorst veel moeite stak in het aanpakken van deze krant, in plaats van werk te maken van de onhygiënische toestanden waar de arts over schreef”, zegt Van Dalfsen.
In de jaren dertig schreef huisarts Hagenbeek een proefschrift over de verloskunde in de gesloten Staphorster gemeenschap. In de archieven kwam Van Dalfsen verbijsterende cijfers tegen. De zuigelingensterfte in Staphorst bedroeg bijna 10 procent. Het gemiddelde in Nederland was toen 5,3 procent.
Zwollenaar Age van Dalfsen had het naar eigen zeggen reuze naar zijn zin in Staphorst. „Ik heb mij altijd verbaasd over het strenge geloof. Dat past volgens mij niet bij deze opgewekte mensen. Hun kijk op het leven past naar mijn idee niet bij hetgeen van de kansel komt. Er lijkt een contrast te zijn. Dat intrigeert me.”