Populariteit gewapende jihad groeit
DEN HAAG – De aantrekkingskracht van de gewapende jihadstrijd groeit. Er zijn meer brandhaarden dan ooit in de wereld, terwijl ook in Nederland de belangstelling groeit om daarnaar af te reizen.
Dat staat in het nieuwe ”Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland”, dat minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) maandag aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Op dit moment is de dreiging voor Nederland zelf dan ook beperkt. Opstelten houdt het dreigingsniveau voor Nederland dan ook op ”beperkt”.
De voornaamste bron van de dreiging voor Nederland blijft op dit moment jihadistisch van aard. Met name het conflict in Syrië kan doorwerken op de dreiging tegen het Westen, doordat zich daar een nieuw nabijgelegen en makkelijk te bereiken strijdtoneel ontwikkelt, met een aanzuigende werking op jihadgangers uit de Arabische wereld en Europa. Ook Egypte lijkt in toenemende mate een alternatief te vormen. Ten aanzien van Mali bestaat de zorg dat het zich als jihadistische vrijplaats verder kan ontwikkelen.
Hier komt bij dat de jihadistische dreiging in Europa als zodanig nog steeds aanwezig is. Nederland zelf blijft een aantrekkelijk doelwit voor deze groep. Binnenlandse netwerken in Nederland blijven echter relatief zwak en zijn vooral gericht op de strijd in de islamitische wereld. Dit blijkt ook uit recente reizen naar deze strijdgebieden. Op dit moment gaat geen concrete dreiging uit van terugkeerders. Wel wordt tegelijkertijd rekening gehouden met het feit dat een aanhoudende verslechtering van de veiligheidssituatie in de diverse strijdgebieden op termijn ook verder naar Nederland kan uitstralen.
De afgelopen anderhalf jaar zijn in delen van Europa ook dreigingen van eenlingen en extreem rechtse terroristen voortdurend op de radar van veiligheidsautoriteiten terechtgekomen, concludeert Opstelten. Hoewel er geen aanwijzingen zijn voor concrete risico’s voor Nederland, lijkt er wel sprake van een daadwerkelijke verandering van het Europese dreigingsbeeld.
De weerbaarheid van de Nederlandse bevolking –waaronder ook de Nederlandse moslimgemeenschappen– tegen extremisme blijft groot. Elf jaar na 9/11 is er sprake van een belangrijke afname van de aandacht voor vraagstukken rondom radicalisering en terrorisme in de Nederlandse samenleving. Dit is, gezien de al jaren bestendige beperkte dreiging, een logische ontwikkeling, maar kan op termijn wel de geboden waakzaamheid voor nieuwe negatieve ontwikkelingen op dit gebied doen verminderen.