„Duizenden slachtoffers vonden weg naar ICC”
DEN HAAG (ANP) – Sinds de oprichting van het Internationaal Strafhof (ICC) ruim 10 jaar geleden hebben meer dan 12.000 slachtoffers van misdaden een verzoek ingediend om als burgerlijke partij te worden toegelaten in de rechtszaken. Meer dan 80.000 slachtoffers worden bijgestaan door het Slachtofferfonds van het ICC.
Hieraan herinnert ICC-president Song Sang-hyun in een maandag uitgegeven verklaring. Op 10 december 1948 nam de Algemene Vergadering van de VN de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens aan. Het ICC dient om enkele van die essentiële rechten te beschermen, aldus de Zuid-Koreaanse magistraat. Zo vallen moord, marteling, slavernij en apartheid onder de misdaden waarvoor het hof bevoegd is. Het Statuut van Rome, het ICC-oprichtingsverdrag, dient om een eind te maken aan straffeloosheid voor bepaalde schendingen van de mensenrechten.
Volgens Song heeft het ICC al concrete resultaten opgeleverd voor de bescherming van de rechten van kwetsbare groepen. Zo werd de Congolees Thomas Lubanga dit jaar veroordeeld voor het ronselen en inzetten van kindsoldaten.
