Slechte stent voor hartpatiënt
Duizenden hartpatiënten bij wie de kransslagaders zijn dichtgeslibd, krijgen niet de beste stent die moet voorkomen dat een bloedvat opnieuw dicht gaat zitten. De stent, een flexibel buisje waarvan de wand is voorzien van een medicijn dat dichtslibben voorkomt, wordt niet door de ziektekostenverzekeraars vergoed. Zij vinden de optimale behandeling met deze nieuwe stent te duur.
Prof. dr. Patrick Serruys, cardioloog en hoofd van de afdeling interventiecardiologie van het hartcentrum van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam, maakt zich hierover boos. De uit België afkomstige specialist, die aan de wieg stond van de gecoate stents, laat geen gelegenheid onbenut om wereldwijd het succes van deze nieuwe behandeling te demonstreren. „Alleen in Nederland wil men nog niet inzien dat goedkoop uiteindelijk duurkoop is”, zegt hij.
De wanden van zijn werkkamer hangen vol met blijken van eerbetoon. Van collega’s uit de hele wereld krijgt hij lof toegezwaaid. Internationaal wordt hij geroemd om zijn baanbrekend onderzoek en publicaties.
Sinds 1990 levert Serruys strijd tegen het opnieuw dichtslibben van de vernauwde plek in een kransslagader nadat deze is gedotterd. Jaarlijks ondergaan zo’n 20.000 Nederlanders een dotterbehandeling. Daarbij wordt via de lies een dunne katheter in de kransslagader gebracht, waarmee een heel klein ballonnetje wordt opgeblazen op de plek van de vernauwing. Daardoor wordt het bloedvat opgerekt en de bloeddoorstroming bevorderd. Bij een deel van de patiënten keert de vernauwing echter terug. Dat moest volgens Serruys worden tegengegaan.
Hij ging het vernauwingsmonster te lijf met een stent, een dun metalen buisje dat op de plek van de vernauwing wordt uitgevouwen en zo het bloedvat moet openhouden. Bij 80 procent van de patiënten met zo’n stent kwam de vernauwing echter toch terug.
Serruys dacht dit tegen te gaan door de binnenkant van de stent te bekleden met een dun laagje antistollingsmiddel. Dat had echter weinig resultaat. De volgende stap was het licht radioactief maken van de stent voordat deze werd ingebracht. Ook dat leverde niet het gewenste succes op.
Uiteindelijk bereikte Serruys resultaat door de binnenlaag van de stent te voorzien van een coating met daarin een medicijn dat langzaam wordt afgegeven aan het bloedvat en dat dichtslibben verhindert. Inmiddels heeft hij in tal van internationaal uitgevoerde studies aangetoond dat, over twee jaar gezien, deze gecoate stents niet of nauwelijks meer dichtslibben. „Het probleem is tot bijna nul gedaald”, aldus Serruys.
Toch spreekt de Rotterdamse cardioloog van een groot probleem. „De nieuwe stent is veel duurder dan de conventionele. De dure vergoeden de verzekeraars niet, wel de goedkope. Het gaat dan om 2100 euro tegen iets meer dan 800 euro. Daarmee wordt patiënten de beste ingreep onthouden. Ik noem dat een schande. Terwijl je moet bedenken dat de dure ingreep op de lange termijn goedkoper is dan die met de minder dure stent. De patiënt met de gewone stent komt een of meer keren terug om opnieuw te worden gedotterd.”
In het Hartcentrum Rotterdam krijgen alle 2400 patiënten die daar jaarlijks worden gedotterd een gecoate stent. „Het ziekenhuis heeft ons daarvoor enkele miljoenen euro’s gegeven”, zegt Serruys. „Maar dat kan natuurlijk niet tot in lengte van jaren zo doorgaan.” In andere Nederlandse cardiologische centra worden de gecoate stents nog slechts mondjesmaat geplaatst, omdat er geen budget voor is.
Het College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) studeert nog op een tarief voor de gecoate stent, zo laat een woordvoerder weten. „We vragen ons nog af of er genoeg wetenschappelijk bewijs is dat de gecoate stent ook op langere termijn winst betekent.”
Serruys reageert verontwaardigd: „Als ze niet de moeite nemen om de resultaten van onze wereldwijde wetenschappelijke onderzoeken op hun waarde te schatten, dan wil ik ze die wel komen uitleggen.”