The Washington Post berichtte eind november over een christelijke gemeenschap in het Colombiaanse Bello die zich na een „spirituele” zoektocht bekeerde tot het Jodendom. Voor de tientallen families vielen verschillende puzzelstukjes op hun plek: grootouders die geen varkensvlees aten, de kenmerkende tongval en familierituelen zoals het ontsteken van een kandelaar op vrijdagavond.

Hoewel deze stap ongebruikelijk is in een rooms-katholiek land als Colombia, maakt de kleine gemeenschap in Bello deel uit van een wereldwijde beweging: afstammelingen van Joden uit Spanje ontdekken hun Joodse wortels en nemen een nieuwe identiteit aan.

Het gaat om Joden die 500 jaar geleden voor de Spaanse inquisitie vluchtten, een veilig heenkomen zochten en zich tot het christendom bekeerden. De laatste jaren duiken deze zogeheten Anusim of Marranos op in de meest afgelegen plaatsen, onder meer in de Verenigde Staten, Brazilië en India.

„Er vindt een ware opwekking plaats”, zegt Michael Freund, oprichter en voorzitter van Shavei Israel, een organisatie die praktische hulp verleent aan mensen die hun Joodse wortels hebben hervonden om zo hun terugkeer naar Israël mogelijk te maken. „De Joodse vonk is nooit gedoofd. Deze Anusim vervullen de dromen van hun voorvaderen nu ze de Joodse identiteit aannemen die hun voorgeslacht zo brutaal was ontnomen.”

Voor de families in het Colombiaanse Bello begon de zoektocht nadat de voorganger van hun 3000 leden tellende protestantse kerk Israël bezocht en „de trekkracht van het judaïsme” begon te voelen, aldus The Washington Post.

Predikant Juan Carlos Villegas, die de Hebreeuwse naam Elad aannam, vertelde zijn gemeente dat hij plannen had om zich tot het Jodendom te bekeren. Tientallen families volgden hem. Maar daarmee was de gemeenschap in Bello er nog niet. Een formele bekeringsprocedure was nodig, onder toeziend oog van een rabbijn uit Miami, Moshe Ahana. De gemeenschap kreeg instructies over de Joodse leefwijze. De mannen ondergingen een rituele besnijdenis.

Inmiddels bestaan er in Bello een koosjere bakkerij, een Hebreeuwse basisschool en een synagoge. Het koosjere vlees komt van een slager in de hoofdstad Bogota. Uit een studie die in 2000 werd uitgevoerd aan de universiteit van Antioquia 
–Antioquia is een departement in het noordoosten van Colombia– bleek dat 14 procent van de mannen in dit departement genetisch verwant zijn aan de Kohanim, een Joods priester­geslacht.