Levenslang geëist tegen genocideverdachte
DEN HAAG (ANP) – De 65-jarige Yvonne Basebya moet levenslang de gevangenis in van het Openbaar Ministerie (OM). Donderdag eiste het OM bij de rechtbank in Den Haag de uiterste vrijheidsstraf omdat de vrouw in 1994 in Rwanda zou hebben meegedaan aan de genocide op de Tutsi-bevolking.
Bij die genocide, die voortkwam uit een burgeroorlog die in 1990 was uitgebroken, werden in 1994 in ongeveer 100 dagen 600.000 tot 800.000 Tutsi’s en gematigde Hutu’s vermoord. De Hutu’s zagen de Tutsi’s als vijand van de staat en vereenzelvigden hen met het Rwandese Patriottistisch Front, dat tegen het overheidsleger streed. Het verwerd onder Hutu’s tot een ideologie om alle Tutsi’s te willen uitroeien. Begin april 1994 mondde dat uit in een bloedige geweldsorgie.
Volgens het OM heeft Basebya 2 jaar lang een militie van jonge mannen geleid, die werden opgehitst om Tutsi’s aan te vallen. Op bijeenkomsten die door onder anderen Basebya zouden zijn georganiseerd, werden de mannen toegesproken en werden liederen gezongen, aldus justitie. Die hadden niet alleen als doel om de militie op te warmen voor geweld tegen de ‘kakkerlakken’ - ‘inyenzi’ - zoals Tutsi’s werden genoemd, maar ook om hen bang te maken. Dat Basebya niet zelf een kapmes of knuppel ter hand heeft genomen, maakt haar niet minder verantwoordelijk, vindt het OM.