’Ouderen onthouden te veel en vergeten daardoor’
Oudere mensen kunnen zich slechter belangrijke dingen herinneren omdat zij veel bijzaken onthouden. Dat blijkt uit een onderzoek van twee Duitse ontwikkelingspsychologen over het vermogen om ’opzettelijk te vergeten’ bij jongeren en ouderen.
Het vermogen om dingen niet te onthouden verdwijnt bij oudere mensen in toenemende mate. Zij slaan in hun kortetermijngeheugen ook een grote hoeveelheid onbelangrijke dingen op. Daardoor is minder ’opslagruimte’ voor belangrijke dingen over, zo vertelde onderzoeker Marcus Hasselhorn van de universiteit van Göttingen aan de krant Die Zeit.
„Het vermogen om te vergeten is een essentiële basisfunctie van het menselijk geheugen", aldus Hasselhorn. Het zogenoemde ’gerichte vergeten’ – door Hasselhorn een bewust „uitmesten van de bovenkamer" genoemd – is iets dat kinderen van zes tot zeven jaar al kunnen.
Hasselhorn en zijn mede–onderzoeker Jörg Behrendt vergeleken het herinneringsvermogen van twee testgroepen van 25– tot dertigjarigen en zestig– tot 75–jarigen. Beide groepen kregen de opdracht rijtjes woorden uit hun hoofd te leren. Daarbij kregen zij tijdens het onderzoek plotseling te horen dat een van de rijtjes vervallen was en dat zij opnieuw moesten beginnen. Bij het overhoren bleek dat de oudere testpersonen ook de vervallen woorden hadden onthouden. Zij herinnerden zich alle woorden even slecht.