In Doha in Qatar begon maandag de 18e VN-klimaatconferentie, waar ook Nederland een delegatie heeft. Daar zijn nu vertegenwoordigers van 193 landen om te proberen nieuwe afspraken te maken over het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen. In 2015 moet er een nieuw klimaatverdrag liggen. Daarmee moet de opwarming van de aarde worden gestopt. Het vorige wereldwijde akkoord over de uitstoot van broeikasgassen, het Kyoto Protocol, loopt eind dit jaar af. Wat er daarna gebeurt, is tamelijk onduidelijk.

Volgens de wetenschapper is het belangrijk dat niet alleen regeringen, maar ook vertegenwoordigers van het bedrijfsleven elkaar ontmoeten in de marge van VN-klimaattoppen. Die ontmoetingen onder de paraplu van de VN-top zijn misschien nog wel belangrijker dan de top zelf. Ook lopen er mensen van lobby- en adviesbureaus en milieuorganisaties rond in Doha. Zo praten mensen uit de luchtvaart nu in Qatar over de afspraken om de CO2-uitstoot van vliegtuigen terug te dringen.

Op klimaattoppen worden volgens Vellinga niet alleen afspraken gemaakt, ook kijken mensen om zich heen. Zijn er nog goede ideeën? Lopen milieu-investeringen niet te zeer uit de pas met die van de concurrentie?

Het milieuprobleem staat op klimaattoppen allang niet meer op zichzelf. De bijeenkomsten zijn bijna een soort technologiebeurzen geworden. Het draait op de VN-toppen vooral om technologische innovatie, waar ook geld mee is te verdienen. Nederland heeft die omslag volgens Vellinga niet heel goed begrepen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Duitsland. „Het beleid was hier de afgelopen jaren niet erg gericht op duurzaamheid. Nederland hield op bij de grens. Daarom was het voor het bedrijfsleven ook niet verstandig om te veel geld in het milieu te steken. Maar de rest van de wereld is doorgegaan. De wereld draait ook door zonder Nederland.”