In de landbouw heeft bijna de helft (48 procent) van de bedrijven te kampen met financiële hinder en in de bouwsector 
47 procent. Bij de bouwers is het aandeel bedrijven dat belemmeringen ondervindt bij het verkrijgen van een krediet met 
38 procent het grootst.

Bedrijven verwachten voor de komende twaalf maanden vooral kostenreducties door te voeren om hun resultaten op peil te houden, aldus het CBS.

Moeite bij het verkrijgen van een lening bij de bank speelt volgens de enquête bij 24 procent van de boeren en tuinders. Vergeleken met andere bedrijfs­takken springt de agrarische sector er op dit punt –samen met de bouw (29 procent)– duidelijk in negatieve zin uit.

Ruud Huirne, directeur Food & Agri bij Rabobank Nederland, herkent het probleem niet. Volgens hem legt de bank, die marktleider is in de kredietverstrekking aan boeren en tuinders, geen beperkingen op. „Wel zie ik dat een deel van de ondernemers door de crisis zelf voorzichtiger is met investeringen. Daar staan anderen tegenover die juist nu uitbreiden. Veel melkveehouders bijvoorbeeld bereiden zich daarmee voor op de afschaffing van de melkquota in 2015.”

Huirne erkent wel dat zijn bank strenger kijkt naar de economische haalbaarheid van investeringsplannen. „We kijken naar het verwachte rendement in de toekomst, of er is nagedacht over de afzet en ook naar het maatschappelijk draagvlak, met name in de veehouderij. Dat is niet alleen in ons belang, maar ook in dat van de klant.”

Volgens de Rabobankdirecteur is de kredietverstrekking aan de land- en tuinbouw in zijn totaliteit dit jaar niet veel teruggelopen. „Er zijn ook niet veel meer stoppers, hoewel bedrijven het wel moeilijker hebben. Bovendien zijn er grote verschillen tussen de diverse deelsectoren”, aldus Huirne.