Amnesty hekelt doodstraf VS
Amnesty International heeft de Verenigde Staten woensdag dringend opgeroepen de doodstraf af te schaffen.
Met deze oproep staat de mensenrechtenorganisatie stil bij de executie van Gary Gilmore. Precies 25 jaar geleden, op 17 januari 1977, was hij de eerste die in de VS ter dood werd gebracht nadat een aantal Amerikaanse staten de doodstraf had heringevoerd. De doodstraf levert geen constructieve bijdrage aan de vermindering van de criminaliteit, stelde de Duitse afdeling van Amnesty International.
Na Gilmore zijn inmiddels nog 750 gevangenen terechtgesteld. Het aanzien van de VS in de buitenwereld is daardoor geschaad, stelt Amnesty, dat zichzelf als hoeder van de mensenrechten naar voren heeft geschoven. „Het is voor de VS de hoogste tijd zich bij de moderne wereld aan te sluiten en deze gruwelijke, verruwende en onherroepelijke vorm van bestraffing af te schaffen, zei de Amerika-expert van Amnesty Duitsland, Sumit Bhattacharyya.
In haar verklaring kondigt de mensenrechtenorganisatie aan om aan de hand van talrijke individuele gevallen te laten zien hoe willekeurig de executiepraktijk in de VS is. Tachtig procent van de mensen die sinds 1977 zijn terechtgesteld, zijn veroordeeld voor de moord op een blanke, terwijl er net zoveel blanken als zwarten worden vermoord. Meer dan negentig mensen die al in de dodencel zaten, konden op tijd hun onschuld aantonen en kwamen vrij. Het Amerikaanse hooggerechtshof had de doodstraf in 1972 buiten werking gesteld omdat er te veel foute veroordelingen waren geweest. Vier jaar later stond het hof de doodstraf weer toe.