Direct toegankelijke Bijbel als doelstelling
VEENENDAAL - Het bestuur van Stichting Herziening Statenvertaling komt regelmatig in Veenendaal bijeen. Er is werk genoeg, verzucht ds. B. J. van Vreeswijk, voorzitter van de stichting, na afloop van wéér een vergadering van de stuurgroep.

Paperassen en proefhertalingen slingeren over tafel. Ds. Van Vreeswijk en drs. I. A. Kole, secretaris van het bestuur, zijn echter vol lof over de eensgezindheid binnen de hertaalkoppels en de zogeheten resonansgroepen. Deze groepen vergaderen vaak om de veertien dagen.Zoals meestal het geval is bij bijbelvertalingen of herziening van bestaande vertalingen is ook het werk van deze revisie ingrijpender dan gedacht. „Het werk is veel omvangrijker omdat je niet alleen kunt volstaan met het vervangen van een enkel woordje of een uitgang”, zegt ds. Van Vreeswijk. Het zal volgens hem heel wat jaren duren voordat de complete herziene Statenvertaling op de markt zal komen. In ieder geval streeft het bestuur ernaar om medio volgend jaar een deeluitgave te publiceren waarin zijn opgenomen het boek Genesis, de Psalmen en een deel van het Nieuwe Testament. Daarna wordt gekeken of er mogelijk, naast de vrijwilligers, enkele mensen vrijgesteld kunnen worden voor het werk. „Er is roofbouw op de medewerkers gepleegd. Voor sommigen was het zelfs een dagtaak die alleen tegen onkostenvergoeding werd verricht”, zegt de voorzitter. „Maar hiervoor zullen ook weer fondsen nodig zijn.”
In de brief aan hervormde en christelijke gereformeerde kerkenraden licht het bestuur de werkwijze en de stand van zaken toe. „Er is in de afgelopen vijftien maanden hard gewerkt”, zeggen de beide bestuursleden in een terugblik. „Nu willen we iets laten weten van de vorderingen.” De koppels hertalers, die elk bestaan uit twee theologen en twee neerlandici, hebben hun eerste proefhertalingen verricht en die vervolgens voorgelegd aan een resonansgroep, die ook weer uit theologen en neerlandici bestaat. Deze groepen staan onder voorzitterschap van een bestuurslid van de stuurgroep, zodat het bestuur op de hoogte is van de voortgang van het project. In totaal werken tussen de dertig en de veertig mensen aan de hertaling, onderverdeeld in drie groepen Nieuwe Testament en twee groepen Oude Testament. De functie van de neerlandicus is de kwaliteit van het Nederlands te bewaken, die van de theoloog de grondtekst te bezien.
Als er in moeilijke gevallen knopen moeten worden doorgehakt, komen deze kwesties bij het bestuur terecht. De sfeer binnen de groepen is heel goed, zegt ds. Van Vreeswijk. „Er is een grote mate van verwantschap en een hartelijke onderschrijving van het doel. De een wil soms wel verder gaan dan de ander, maar dat niet zozeer uit progressiviteit, maar om de Statenvertaling zo leesbaar mogelijk te maken voor de komende generatie.”
Drs. Kole: „Er zijn verschillende hobbels als het bijvoorbeeld gaat om het vinden van synoniemen voor oude woorden. Maar je bemerkt bij de resonansgroepen een sterke betrokkenheid om het Woord van de Heere zo helder mogelijk door te geven. Het mooie is ook dat dit werk geschiedt vanuit verschillende kerken. De mensen die ermee bezig zijn, zien de noodzaak ervan in met het oog op het pastoraat, de catechese en evangelisatie. Het gaat om de vergroting van de verstaanbaarheid van de Bijbel.”
De kerkverbanden van de (Oud) Gereformeerde Gemeenten (in Nederland), nemen niet deel. Ds. Van Vreeswijk: „We wilden een zo breed mogelijke ondersteuning van ons werk, in de overtuiging dat dit noodzakelijk was. We hebben dat willen doen zonder te polariseren. Dat is ons streven nog steeds.” Kole: „De achterban heeft nu recht op een tussenrapportage, zodat hij kan zien wat voor werk we geleverd hebben. Dan kan men ons werk beoordelen op de resultaten.”
Zorgvuldigheid heeft de prioriteit. Er wordt nauwkeurig gezocht naar synoniemen voor verouderde woorden. Lankmoedigheid heet nu geduld, benaarstigen wordt beijveren; listiglijk wordt sluw en arglistig wordt bedrieglijk. Het woord ”hel” blijft gehandhaafd, maar er wordt wel gezocht naar een ander woord als het in de grondtekst om de plaats van de doden gaat en niet om de plaats van de eeuwige straf. De term ”dodenrijk” van de Nieuwe Vertaling is uitgesloten. Kole: „Overleg is daarom zo belangrijk omdat we ons richten op kwaliteit. Als er een herziene Statenvertaling op de markt komt, moet het een kwalitatief goede zijn die zeker 25 jaar mee kan.”
Hebben de bestuursleden nooit spijt gehad dat ze toch niet voor de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) hebben gekozen? Ds. Van Vreeswijk: „Nee. De NBV zal nooit bij onze doelgroep landen. We handhaven onze principiële bezwaren tegen de NBV. Maar ook in eigen kring zullen we kritiek krijgen. De taal van de Statenvertaling is echter dusdanig anders dan de zich snel ontwikkelende taal van vandaag dat er voor ons geen andere keuze overbleef.” Kole: „Doel van de stichting is dat mensen de Statenvertaling blijvend gebruiken. Tegenwoordig is de keuze aan andere vertalingen en parafrases erg groot. Veel jongeren lezen Het Boek, met als gevolg dat er een stuk inflatie in het verantwoorde bijbellezen komt.”
De herziening van de Statenvertaling gaat soms verder dan de Nieuwe Vertaling van 1951, omdat die uitgave ook weer van vijftig jaar geleden dateert. Ds. Van Vreeswijk: „We gaan wezenlijk verder dan de Tukker-editie van 1977. We kregen signalen van mensen dat ze wel achter een herziening willen staan als deze maar verder die gaat dan de Tukker-editie. Het gaat ons niet om enkele woordjes of uitgangen. We houden wel vast aan de principiële keuze voor het concordant vertalen en het zo dicht mogelijk bij de grondtekst blijven. Overigens blijkt ons dat de statenvertalers ook niet altijd concordant vertaalden, maar ook soms vrij waren in hun weergave. In de kanttekeningen geven ze ook al verschillende alternatieven van vertalingen aan.”
Zal de herziening van de Statenvertaling niet tal van lezers die gewend zijn aan de vertrouwde taal van de Statenvertaling vervreemden? Kole: „Ik ben opgegroeid met Datheen en later overgegaan op de berijming van 1773, met als gevolg dat ik psalmen nauwelijks uit mijn hoofd ken. Je wordt inderdaad geestelijk gevormd door een bepaalde vertaling en er zal altijd verlies blijven als bepaalde uitdrukkingen niet meer voorkomen. Maar het gaat ons erom op langere termijn de Statenvertaling vanwege haar uitgangspunten te redden voor een komende generatie.”
Kole: „Als mensen bijvoorbeeld zien dat het woord krank vervangen is door ziek en medicijnmeester door dokter, dan zijn het gevoelsargumenten als ze hiertegen protesteren. Krank wilde in de zeventiende eeuw gewoon zeggen dat men ziek was. Bovendien betekent medicijnmeester tegenwoordig een toverdokter.” Ds. Van Vreeswijk: „De keus is of om de Statenvertaling geheel ongewijzigd door te geven, met behoud van moeilijke uitdrukkingen en een verklarend woordenlijstje achterin, of een direct toegankelijke Bijbel te scheppen. Dat laatste blijft onze doelstelling.”
Dit is het eerste artikel in een vierdelige serie over de Herziene Statenvertaling. Donderdag een interview met L. M. P. Scholten, directeur van de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS).