Hoon ontkent opnieuw schuld in kwestie-Kelly
De Britse minister van Defensie Geoff Hoon heeft maandag in zijn tweede verhoor door de commissie-Hutton de handelwijze van zijn ministerie ten aanzien van wapenadviseur David Kelly opnieuw verdedigd. Ook premier Tony Blairs adviseur Alastair Campbell verscheen voor de tweede keer voor de commissie die de dood van Kelly onderzoekt.
De wapendeskundige pleegde zelfmoord nadat het ministerie van Defensie hem had aangewezen als de bron van een BBC-bericht waarin de regering werd aangewreven de dreiging van de Iraakse massavernietigingswapens te hebben aangedikt.
Hoon zei dat hij achter een verklaring stond waarin het ministerie bekendmaakte dat een van zijn medewerkers de bron was van het BBC-bericht. Uiteindelijk werd ook de identiteit van Kelly prijsgegeven. Hoon zei dat het ministerie had kunnen worden beschuldigd van doofpotpraktijken als het had verzwegen dat een medewerker had toegegeven met de BBC te hebben gesproken. Niets doen was geen optie, zei hij.
Hoon zei het ook eens te zijn met de strategie die de persdienst van het ministerie had gevolgd, namelijk om Kelly als bron te bevestigen als journalisten diens naam zouden raden. De nota met instructies voor de persvoorlichters, die vorige week door een raadsman van de familie Kelly is veroordeeld als een cynisch gezelschapsspelletje voor journalisten, had hij niet onder ogen gehad, zei Hoon. Behalve bevestigen waren er volgens Hoon maar twee andere mogelijkheden - liegen of blijven vasthouden aan „geen commentaar.” Dat laatste zou volgens hem door de journalisten ook zijn opgevat als een bevestiging. En uiteindelijk zou Kelly’s naam hoe dan ook spoedig boven tafel zijn gekomen, zei hij.
Een beschuldiging van de advocaat van de familie Kelly, Jeremy Gompertz, dat er sprake is geweest van een bewuste strategie vanuit de regering om de naam van Kelly te onthullen zonder die indruk te wekken, door kleine brokjes informatie prijs te geven tot de pers de naam zelf kon raden, wees Hoon van de hand. Hij zei dat er geen aanwijzingen zijn voor zo’n „samenzwering” en dat er wat hemzelf betreft geen sprake van is geweest.
Ook Campbell hield maandag vast aan zijn eerdere verklaring dat de regering niet verwijtbaar heeft gehandeld ten aanzien van Kelly en dat de beschuldiging van de BBC dat de regering het Irak-dossier aandikte om een sterkere zaak voor een oorlog tegen Saddam Hussein te hebben, onjuist is. „Als dat waar was geweest, had Blair moeten aftreden”, aldus Campbell, die een belangrijke rol speelde bij de samenstelling van het regeringsdossier over Irak.
In een fragment in zijn dagboek, dat als bewijs is overgedragen aan de commissie-Hutton, schrijft Campbell dat BBC-journalist Andrew Gilligan zal bloeden als bekend werd dat Kelly zijn bron was. Campbell schrijft in zijn dagboek dat minister Hoon hem begin juli, kort na het uitkomen van het BBC-verhaal, had gezegd dat Kelly had verklaard dat Gilligan hem ofwel verkeerd geciteerd had of dat hij niet de bron van het omstreden BBC-bericht kon zijn geweest.
Toen duidelijk werd dat de BBC wel degelijk Kelly als belangrijkste bron voor de stelling gebruikte dat de regering het Irak-dossier had gemanipuleerd, vond Campbell het van cruciaal belang om de identiteit van Kelly naar buiten te brengen en zo twijfel te zaaien over het BBC-verhaal, aldus Blairs belangrijkste adviseur in zijn dagboek. Campbell noteert ook dat Blair een voorstel om Kelly’s naam naar de pers te lekken, had geblokkeerd.