De meeste van de ruim 200.000 Kroatische Serven die in 1995 tijdens een door Gotovina geleid offensief uit hun steden en dorpen werden verdreven, wonen sindsdien onder gebrekkige omstandigheden in barakken in Servië. Kroatië zal volgens hen na dit vonnis helemaal niets meer doen om hun terugkeer mogelijk te maken.

De in Servië altijd al aanwezige twijfel aan de onpartijdigheid van het tribunaal krijgt nu de vrije loop. Troonpretendent prins Aleksandar Karadjordjevic stelde in een verklaring dat etniciteit bij het tribunaal kennelijk bepalend is voor de strafmaat. Servische misdaden worden volgens hem zwaar bestraft, terwijl de straffen voor misdaden tegen Serven veel lichter zijn. Vaak gaan de daders daarvan zelfs vrijuit, zegt hij.

In veel mediacommentaren wordt de vrees geuit dat de vrijspraak van de generaals ernstige gevolgen zal hebben voor het proces van verzoening op de Balkan. Milorad Pupovac, voorzitter van de Servische Nationale Raad in Zagreb, zei tegen de krant Dnevnik in Novi Sad te vrezen dat het vonnis niet alleen slecht zal uitpakken voor de overgebleven Serven in Kroatië, maar ook voor de verhouding tussen Kroatië en Servië.

De kritiek op het vonnis die voormalig hoofdaanklaagster van het tribunaal Carla del Ponte uitte in een gesprek met de Kroatische televisie is door alle Servische media overgenomen. Ook de kritiek van de twee rechters van de Kamer van Beroep die tegen de vrijspraak stemden, op hun drie collega’s die vóór stemden, krijgt in de Servische media grote aandacht.