Binnenland

Onduidelijk of toezicht vechtscheiding werkt

DEN HAAG (ANP) – Het is onduidelijk hoe effectief het is om kinderen van ouders die zijn verwikkeld in een vechtscheiding onder toezicht te stellen van een gezinsvoogd. Dat komt omdat de Bureaus Jeugdzorg (BJZ) niet bijhouden hoe vaak ondertoezichtstelling wordt toegepast, laat staan dat de „verregaande maatregel” wordt geëvalueerd.

6 November 2012 11:10Gewijzigd op 15 November 2020 00:07
Alex Brenninkmeijer. Foto RD
Alex Brenninkmeijer. Foto RD

Dat stellen de Nationale ombudsman Alex Brenninkmeijer en de Kinderombudsman Marc Dullaert in een dinsdag gepubliceerd rapport. „Een ondertoezichtstelling kan werken, maar kan ook verdere escalatie betekenen. Daarom is het noodzakelijk dat de partijen zich bezinnen op de effectiviteit ervan.”

Ook schiet het aanbod van ondersteunende hulp bij de maatregel te kort. Verder zou BJZ al in een eerder stadium bij de problemen in het gezin moeten worden betrokken.

Bij een ondertoezichtstelling wordt het gezag van de ouders over het kind beperkt. Daartoe kan een kinderrechter besluiten omdat door problemen in het gezin de ontwikkeling van een kind in gevaar komt. Ondertoezichtstelling van een gezinsvoogd komt onder meer voor bij echtparen die in conflict liggen bij een echtscheiding, een zogenoemde vechtscheiding.

Kinderombudsman Dullaert pleit in deze gevallen voor een bijzonder curator „Met zo’n zaakwaarnemer wordt het belang van het kind centraal gesteld. En dat is goed, zeker als het om vechtscheidingen gaat.”

Dat de ondertoezichtstelling niet wordt geëvalueerd, heeft Brenninkmeijer „zonder meer verbaasd” omdat „Nederland kampioen ondertoezichtstelling is”. „Het is een heel zwaar middel en dan moet je zeker weten dat het werkt. Als je vraagt waarom dat niet gebeurd, krijg je te horen: druk, druk, druk.”

Ombudsman Brenninkmeijer krijgt al tijden een constante stroom van tientallen klachten over de rol van BJZ bij scheidingen. Dullaert: „Ook bij de Kinderombudsman staan klachten over Jeugdzorg in de top vijf.” Naar aanleiding daarvan begonnen de ombudsmannen hun onderzoek.

De meest gehoorde klacht is dat een gezinsvoogd partijdig zou zijn. Brenninkmeijer zegt dat het soms aan specifieke deskundigheid bij de gezinsvoogden ontbreekt om bij „hele heftige conflicten zelf geen onderdeel van de strijd te worden”. „BJZ heeft vaak al hele dossiers liggen die een goed beeld geven van hoe de strijd verlopen is. Een goede voorbereiding kan zorgen voor een betere onafhankelijke rol.”

Hij zegt dat er Bureaus Jeugdzorg zijn die het naar verhouding goed doen. „Het is belangrijk dat de verschillende bureaus kennis met elkaar delen. Gezinsvoogden zouden van elkaar moeten leren en worden getraind om wetenschappelijk onderbouwde strategieën goed toe te passen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer