In 1998 ging 9 procent van Turkse en 23 procent van de Marokkaanse moslims van de tweede generatie naar de moskee, inmiddels is dat respectievelijk 33 en 35 procent. Ook concluderen de onderzoekers dat mannen vaker dan vrouwen naar de moskee gaan, maar dat vrouwen weer vaker zeggen vijf keer per dag te bidden. Het merendeel van de eerste generatie moslimvrouwen blijkt een hoofddoek te dragen, de tweede generatie doet dat veel minder.

In Nederland zijn 825.000 moslims, het merendeel van Turkse en Marokkaanse afkomst. Vrijwel alle Turkse en Marokkaanse Nederlanders noemen zichzelf moslim. Ongeveer 70 procent van hen vindt dat autochtone Nederlanders veel te negatief tegenover hun geloof staan. Ruim 20 procent vindt dat migranten in Nederland regelmatig gediscrimineerd worden.

Zes groepen moslims

APELDOORN – Het SCP-rapport over moslims in Nederland baseert zich op zes groepen etnische moslims. In die zes groepen is zo’n 80 procent van alle 825.000 moslims in Nederland begrepen. Een overzicht.

Marokkanen

Met ongeveer 296.000 vertegenwoordigers vormen Marokkaanse Nederlanders de grootste groep moslims in Nederland. Ze houden doorgaans in zeer sterke mate vast aan de islam, ook de hoger opgeleiden. Een deel van hen is uitermate bewust bezig met het geloof.

Turken

Turkse moslims, zo’n 285.000 in Nederland, voelen zich doorgaans minder sterk verbonden met de islam dan Marokkanen. Dit komt doordat er in Turkije van oudsher een sterke scheiding is tussen het openbare leven en de islam. Wel zijn Turkse Nederlanders doorgaans sterk gericht op de eigen groep.

Afghanen

De Afghaanse groep moslims in Nederland bestaat uit zo’n 31.000 mensen. Hun religieuze participatie is duidelijk lager dan die van Turkse en Marokkaanse moslims.

Irakezen

De Iraakse moslims lijken op de Afghaanse groep als het gaat over de mate waarin ze hun religie handen en voeten geven. Ze horen doorgaans niet tot de strengste islamitische richtingen. Hun aantal bedraagt zo’n 27.000 mensen.

Iraniërs

Iraans-Nederlandse moslims (naar schatting zo’n 12.000 personen) participeren op alle fronten veruit het minst. Ook in hun opvattingen over de rol van het geloof in het dagelijks leven zijn ze het minst religieus. Opvallend is dat onder Iraniërs ook de meeste niet-moslims te vinden zijn. Een groot deel van hen is in Nederland christen geworden.

Somaliërs

De ongeveer 20.000 Somalisch-Nederlandse moslims vertonen van de vier kleinere moslimgroepen duidelijk de hoogste mate van religieuze participatie. Ze gaan het vaakst naar de moskee, bidden het meest, de vrouwen onder hen dragen veelal een hoofddoek en een grote meerderheid doet mee aan de ramadan.

Overig

Het SCP-rapport gaat niet in op de moslims die de laatste 20 procent vormen omdat over hen geen goede gegevens voorhanden zijn. Het gaat om kleinere groepen van met name moslims uit Suriname, Indonesië en voormalig Joegoslavië. Ook is er een kleine groep autochtone moslims (ongeveer 13.000 mensen); soms christenen die zich tot de islam hebben bekeerd.