In totaal is er in Nederland een winkelvloeroppervlak van 7,8 miljoen vierkante meter, het equivalent van 37000 voetbalvelden. Ongeveer de helft daarvan wordt bezet door winkels die handelen in bouwmateriaal, meubilair en tuinartikelen. Supermarkten en andere winkels die levensmiddelen verkopen komen pas op de derde plek, omdat ook mode- en luxewinkels nog meer oppervlak beslaan. De grootste winkels zijn de warenhuizen, gevolgd door de doe-het-zelf-zaken.

Het blijkt dat het gemiddelde winkeloppervlak per winkel fors gestegen is over de laatste 4 jaar. Zo had een gemiddelde winkel in 2008 maar 251 vierkante meter aan vloerruimte, in 2012 was dat 271. Een stijging van 8 procent. De grootste winkels zijn te vinden in plaatsen met een inwonertal van 20.000 tot 30.000 mensen. De kleinste winkels staan in dorpen met 1000 tot 1500 inwoners.

„Aan de ene kant worden de winkels groter. Ze breiden uit of er worden twee panden samengevoegd. Anderzijds worden er, na renovatie van bijvoorbeeld oude panden, vaak nieuwe grote winkels geopend”, aldus een woordvoerder van Locatus. „Kijk naar winkels van H&M en de Sting, die steeds meer opduiken. Dat zijn enorme kledingwinkels, die we 10 jaar geleden nog niet zo veel zagen in de winkelstraten.”

Voor de supermarkten gaat een vergelijking met bijvoorbeeld de Franse hypermarchées of de Amerikaanse megasupermarkten niet op, weten ze bij Locatus. „Die bedienen vooral een hele grote markt. In Nederland breiden de supermarkten uit, omdat de klant een ruimer assortiment wil. Eerst stond er in een hoekje een beetje Chinees eten. Nu moet er Mexicaans, Thais en Grieks te koop zijn. Daar is ruimte voor nodig.”

Het meeste winkeloppervlak, namelijk 5,1 miljoen vierkante meter, is te vinden in Zuid-Holland. Noord-Holland, Noord-Brabant en Gelderland volgen op gepaste afstand.