Levenseindekliniek krijgt honderden aanvragen
DEN HAAG – De stichting Levenseindekliniek fungeert tot dusver vooral als intermediair tussen patiënten met een afgewezen euthanasieverzoek en hun arts die weigert hun euthanasiewens in te willigen.
Dat blijkt uit cijfers die projectdirecteur dr. P. M. de Jong van de stichting donderdagmorgen heeft gepresenteerd.
Sinds de stichting op 1 maart van start ging, overleden 51 patiënten als gevolg van euthanasie na bemoeienis van de stichting. Bij deze groep werd de euthanasie echter in een meerderheid van de gevallen, dertig, alsnog verleend door de behandeld arts van de aanvrager die het verzoek eerder afwees. De overige 21 aanvragers kregen euthanasie van artsen die verbonden zijn aan de stichting.
Bij vrijwel alle aanvragers, 49 van de 51, werd de euthanasie niet verleend in de kliniek maar in de thuissituatie.
November 2011 gaf minister Schippers (VVD, Volksgezondheid) groen licht voor de stichting. In de Tweede Kamer protesteerden in februari alleen CU en SGP. „Inmiddels zien we in alle geledingen een kentering”, aldus De Jong, die benadrukt dat de stichting zich aan de euthanasiewet wil houden. „Tot dusver wezen we een vijfde van alle aanvragen af, omdat ze niet voldeden aan de zorgvuldigheidseisen van de wet.”
De Jong verwacht dat het huidige aantal geregistreerde aanvragen van 456 voor euthanasie via de stichting zal toenemen. „Jaarlijks verzoeken zo’n 9000 patiënten hun arts om euthanasie. Het aantal ingewilligde verzoeken was tot dusver het hoogst in 2011, maar bleef ook toen beperkt tot 3695.”
Onder de aanvragers bevinden zich vooral patiënten met een ernstige, lichamelijke ziekte die echter niet op korte termijn hoeft te leiden tot de dood. Ook onbehandelbare, psychische klachten zijn vaak een reden om aan te kloppen bij de stichting, aldus De Jong.