Binnenland

Kind uit compleet gezin scoort beste

UTRECHT – Kinderen uit een normaal tweeoudergezin hebben gemiddeld de beste schoolprestaties. Na een echtscheiding scoren kinderen uit co-oudergezinnen op school het beste.

Binnenlandredactie
31 October 2012 12:40Gewijzigd op 15 November 2020 00:01
Foto Fotolia
Foto Fotolia

De minst goede schoolprestaties komen voor bij kinderen uit eenoudergezinnen, zo blijkt uit het boek ”Kinderen uit nieuwe gezinnen”, dat woensdag verschijnt.

De auteurs, scheidingsdeskundige Ed Spruijt van de Universiteit Utrecht en filosofe Corrie Haverkort, baseren zich in het boek op gegevens van onderzoek dat Spruijt eerder uitvoerde. Gedurende vijf jaar –van 2006 tot 2011– namen in totaal 5300 leerlingen uit de groepen 7 en 8 van de basisschool en de klassen 1, 2 en 3 voor het voortgezet onderwijs deel aan de studie ”Scholieren en gezinnen 2011”.

Uit de resultaten blijkt dat een gemiddelde Nederlandse klas van dertig leerlingen minstens zes kinderen telt die opgroeien in zogenoemde nieuwe gezinnen: co-oudergezinnen, stiefgezinnen, eenoudergezinnen en verweduwde gezinnen. Niet alleen de schoolprestaties van kinderen uit zulke gezinnen blijven achter, ze zitten ook minder goed in hun vel dan kinderen uit intacte gezinnen.

Van alle nieuwe gezinssituaties komt het stiefvadergezin het meest voor, stelt Spruijt. Daarbij woont het kind bij de biologische moeder en haar nieuwe partner. De stief­vader heeft een flinke invloed op het welbevinden van kinderen, zo blijkt uit de studie. Spruijt: „Moeders zijn zoals verwacht in elk gezinstype het aller­belangrijkst. Maar de stiefvader blijkt in dergelijke situaties op plaats twee te komen, nog voor de biologische vader, die elders woont.”

Kinderen van gescheiden ouders die afwisselend bij hun vader of moeder wonen, blijken lekkerder in hun vel te zitten en beter te presteren op school dan kinderen die na een scheiding bij een van beide ouders wonen of in een stiefgezin.

De afgelopen tien jaar steeg het aandeel ouders dat na een scheiding besluit tot co-ouderschap van 5 naar 20 procent. Van de basisschoolleerlingen met gescheiden ouders woont bijna een kwart afwisselend bij vader en bij moeder. Sommige kinderen wisselen elke week van huis, anderen wonen drie dagen bij de een en vier bij de ander.

Spruijt constateert bovendien: „Scheiden gebeurde aanvankelijk vooral in de hogere sociale klassen, tegenwoordig meer in de lagere.” Dat hoger opgeleiden minder scheiden, kan volgens hem komen doordat ze meer weten over de nadelige gevolgen daarvan voor hun kinderen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer