Offerfeest Arabische wereld dit jaar geen feest van verzoening
AMMAN – De Arabische wereld maakt zich op voor de viering van het grote islamitische Offerfeest. De moslims herdenken daarin hoe Abraham (de profeet Ibrahim) zijn eigen zoon wilde offeren. Het moet een feest van vrede en verzoening zijn. Maar dit jaar wordt het gevierd in een sfeer van bezorgdheid en beklemming.
De gevolgen van de Syrische burgeroorlog zijn in de hele regio merkbaar. De bloedige terreuraanslag van vrijdag in Beiroet was direct verbonden met de Syrische crisis.
Generaal Wissam al-Hassan, die bij dit bloedbad omkwam, was actief betrokken bij het coördineren van het gewapend verzet tegen het regime in Damascus. Zijn dood blijft omgeven door raadsels. Generaal Hassan had een conferentie bijgewoond in Berlijn. De Libanese krant al-Safir onthulde dat zelfs de Libanese veiligheidsdiensten niet wisten dat de generaal in het diepste geheim was teruggekeerd naar Libanon. Hij werd geacht in Parijs te zijn. Dat leidt automatisch tot twee vragen: Waarom was de generaal teruggekeerd? En hoe is het mogelijk dat zijn moordenaars dat blijkbaar wél wisten?
Zondag maakten vervolgens de Jordaanse veiligheidsdiensten bekend dat ze op het allerlaatste moment een reeks aanslagen van al-Qaida hadden verijdeld. Een hele terreurcel van ten minste elf Jordaniërs werd opgerold. Zij hadden plan beraamd om zelfmoordaanslagen te plegen in de ambassadewijk van de Jordaanse hoofdstad Amman.
Volgens het Jordaanse ministerie van Informatie waren de wapens en explosieven uit Syrië afkomstig. De elf terreurverdachten bleken een tijdlang als jihadisten in Syrië te hebben gevochten tegen het regime van president Bashar al-Assad.
De recente gebeurtenissen in Libanon en Jordanië leren dat de stroom van strijders en wapens richting Syrië een tweerichtingsverkeer is. Zelfs de moord vorige maand op de Amerikaanse ambassadeur Stevens in het Libische Benghazi lijkt te zijn gelieerd aan de Syrische crisis.
Vorig jaar maart werd Christopher Stevens door de Amerikaanse regering belast met de taak de wapenleveranties aan de Libische rebellen te coördineren en vooral aan een groep strijders die werd geleid door Abdelhakim Belhadj. Deze rebellengroep was echter direct gelieerd aan al-Qaida. Washington hoopte dat de gezamenlijke strijd tegen de Libische leider Gaddafi deze al-Qaidastrijders zou veranderen in westerse bondgenoten.
In november was al bekend dat deze Abdelhakim Belhadj naar het Turkse Istanbul was gereisd om te overleggen met de Syrische oppositie. Vanaf dat moment begonnen veel Libische strijders de Syrische oppositie te versterken én te infiltreren.
In augustus van dit jaar lekten er geheime rapporten naar de Amerikaanse media waaruit bleek dat president Obama de CIA toestemming had gegeven de Syrische gewapende oppositie actief te ondersteunen. De vraag drong zich op of de Amerikaanse ambassadeur Stevens –met Turkse hulp– de wapenstroom vanuit Libië richting Syrië overzag.
Wat zich op 9 september in Benghazi precies heeft afgespeeld, is nog steeds onduidelijk, maar enkele feiten staan vast. Op 8 september was ambassadeur Stevens onverwachts vanuit de Libische hoofdstad Tripoli afgereisd naar Benghazi, ondanks de onveilige situatie daar. De reden daarvoor is nog steeds onduidelijk. Uit foto’s blijkt dat er áchter het Amerikaanse consulaat in Benghazi twee grote gebouwen liggen die waarschijnlijk dienstdeden als wapendepots. Er circuleren berichten dat deze wapens bestemd zouden zijn geweest voor de Syrische rebellen.
Was er misschien onenigheid ontstaan met de Libische rebellenleider Belhadj en werd ambassadeur Stevens vermoord zodat de Libische strijders de twee wapendepots konden leeghalen? Veel details zijn nog onopgehelderd, maar de vermoedens nemen toe dat de dood van ambassadeur Stevens direct is verbonden met de burgeroorlog in Syrië.
Vorig jaar zomer werd algemeen aangenomen dat de dagen van de Syrische president Assad waren geteld, maar het regime bleek in staat zich te handhaven. Dit bracht Turkije, Qatar en Saudi-Arabië in ernstige verlegenheid. Deze landen hadden al hun kaarten gezet op het ten val brengen van het Syrische regime. Omdat China en Rusland een directe interventie in Syrië blokkeerden, werd er met westerse toestemming gekozen voor de indirecte weg van de bewapening en financiering van de Syrische oppositie. Dat trok buitenlandse jihadstrijders aan.
Zowel het geld als de wapens komen terecht bij de meest radicale stromingen in Syrië. Het land veranderde in één groot wapenarsenaal. Jihadisten uit de hele regio komen op het Syrische slagveld ervaring opdoen.
Dat de Syrische rebellen het voorstel van Brahimi, de nieuwe VN-gezant voor Syrië, tot een tijdelijke wapenstilstand gedurende het komende Offerfeest afwezen, kan men hierbij interpreteren als een teken aan de wand.