Onzekerheid over bestand Syrië
DAMASCUS (ANP) – De onzekerheid over een bestand vanaf vrijdag in Syrië was woensdag groot, ondanks de kennelijke toezegging van president Bashar al-Assad dat zijn leger de wapens tijdelijk zal laten rusten.
VN-gezant Lakhdar Brahimi meldde de bescheiden doorbraak in Caïro als resultaat van de gesprekken die hij in Damascus voerde met Assad en leden van zijn regering. In een videogesprek met de VN-Veiligheidsraad liet hij later ook onzekerheid doorschemeren of het bestand lang stand zal houden. Hij vroeg om unanieme steun van de raad en noemde het bestand „een kleine stap” in de richting van een regeling voor het land. De raad riep daarna de partijen op tot een staakt-het-vuren.
Het staakt-het-vuren moet vrijdag ingaan en 3 dagen duren ter ere van Eid al-Adha, het traditionele offerfeest van de moslims. „Na mijn bezoek aan Damascus is de Syrische regering het eens geworden over een staakt-het-vuren tijdens de Eid”, zei Brahimi. Volgens Brahimi zal Assad het besluit later bekendmaken. Het Syrische ministerie van Buitenlandse Zaken zei even later nog te studeren op het verzoek om de wapens neer te leggen.
Het Vrije Syrische Leger, de grootste groep rebellen, zei alleen mee te doen aan een bestand als de regeringstroepen zich eraan houden. De moslimorganisatie al-Nusra Front liet weten het staakt-het-vuren af te wijzen en gewoon door te blijven vechten. „Er is geen bestand tussen ons en dit misdadige regime dat het bloed vergiet van moslims”, aldus de verklaring van al-Nusra.
In Libanon kampte de regering ook woensdag nog met de naweeën van de bomaanslag vrijdag in Beiroet waarbij onder anderen de Libanese veiligheidsfuctionaris Wissam al-Hassan om het leven kwam, een tegenstander van het Syrische regime. De Libanese president Michel Sleiman wil alle partijen betrekken bij gesprekken over een nieuwe regering. Libanon staat onder druk van de Verenigde Staten die de garantie willen dat het land vrij is van invloed vanuit Syrië.
Na de bomaanslag eiste de oppositie het ontslag van premier Najib Mikati. Die bood dat ook aan, maar de president vroeg hem voorlopig aan te blijven. Als er een nieuwe regering is, mag hij aftreden.