Opinie

Dr. W. Dekker: Kerstening cultuur na Constantijn zegen voor Europa

Mede dankzij Constantijn de Grote werd het christelijk geloof diep verankerd in de Europese cultuur. Ondanks alle problemen van vermenging van kerk en staat is dat voor Europa en de wereld een grote zegen geweest, betoogt dr. W. Dekker.

Dr. W. Dekker
24 October 2012 13:10Gewijzigd op 14 November 2020 23:54

Dit artikel is onderdeel van een tweeluik op de Opiniepagina over Constantijn. Lees hier de bijdrage van prof. A. van de Beek.

Of de bekering van keizer Constantijn bij de Milvische brug, nu 1700 jaar geleden, enige diepgang had of niet, feit is wel dat er daarna zeer veel veranderd is waarvan we tot op de dag van vandaag de vruchten plukken. Wat mij betreft zijn dat ook heel goede vruchten en moeten we de alom geconstateerde afbraak van het constantijnse tijdperk niet met al te veel vreugde begroeten.

Natuurlijk weet ik van de grote bezwaren die telkens naar voren gebracht zijn tegen de vermenging van de geestelijke belangen van de kerk en de wereldlijke belangen van de keizers en hun opvolgers. Sommigen spreken zelfs van de „zondeval van het christendom.” Naar het oordeel van deze critici had de kerk nooit voor de verleiding van de macht moeten bezwijken, had ze moeten blijven bij het woord van haar Heere, Die immers gezegd had: „Mijn koninkrijk is niet van deze wereld” (Joh. 18:36).

Van deze bezwaren ben ik ook wel onder de indruk. Er zijn vanuit de kerkgeschiedenis veel voorbeelden te noemen van een fatale vermenging van het Evangelie met wereldse macht. Steeds meer ging de kerk een hiërarchische structuur aannemen, die ze afgekeken had van de wereld. Wanneer dat anders gegaan was, was Luther waarschijnlijk niet in de ban gedaan en had de Reformatie niet geleid tot het ontstaan van nieuwe kerken.

Ik word ook niet vrolijk van de manier waarop mijn voorouders, de Saksen, door Karel de Grote tot het geloof gebracht werden. Ze konden kiezen tussen de doop of de dood. Eerlijkheidshalve moet echter eveneens gezegd worden dat zonder wereldse macht Willibrord en Bonifatius hun bekeringswerk in deze Lage Landen niet hadden kunnen verrichten. En wat te denken van Karel Martel, die in 732 bij Poitiers de Arabieren versloeg en daarmee menselijkerwijs gesproken ervoor gezorgd heeft dat Europa geen islamitisch werelddeel werd?

Toch denk ik uiteindelijk positief over de constantijnse tijd. De reden daarvoor is dat de christelijke God in deze tijd de hoeksteen is geworden van het symbolisch universum van de Europeanen. Vervolgens heeft deze christelijke God vanuit Europa Amerika bereikt en in de afgelopen eeuw ook Afrika en Azië. Overigens werden in deze bewegingen van de zending net zomin alleen maar evangeliën uitgedeeld, maar waren er steeds politieke belangen bij betrokken, denk alleen maar aan de kolonisering. Het Evangelie is helaas op een minder fraaie manier bij ons en de meeste andere wereldbewoners binnengekomen dan wij zouden willen.

Symbolisch universum

Wat bedoel ik als ik zeg: in en vanwege de constantijnse tijd is de christelijke God geworden tot de hoeksteen van het symbolisch universum van de gemiddelde Europeaan? Eenvoudig gezegd: het symbolisch universum is het gereedschap dat je in je opvoeding en cultuur meekrijgt om het leven zin te kunnen geven, te weten wat goed en slecht is, waarom je op aarde bent, waar je vandaan komt en waar je naartoe gaat. Het constantijnse tijdperk zorgde ervoor dat rond 1500 nagenoeg iedereen in Europa in de christelijk God geloofde als de belangrijkste.

Bewust formuleer ik het wat vaag, want ik weet heel goed van alle bijgeloof, oud en nieuw heidendom dat welig tierde en met de God van de Bijbel concurreerde. Toch was er een diep besef van een God Die ons geschapen heeft, voor Wie we schuldig staan en Die aan het einde der tijden een laatste oordeel vellen zal. Zonder dat symbolisch universum van de middeleeuwer zou de prediking van de Reformatie over de vrije genade volkomen in de lucht hebben gehangen en zonder effect zijn gebleven.

Wanneer er vandaag gesproken wordt over het einde van het constantijnse tijdperk is niet het probleem dat kerk en staat losser van elkaar zijn komen te staan. Wij schrikken wanneer er in Den Haag geen stembureaus in kerken meer worden ingericht, maar daar zit niet het grootste probleem. Laat kerk en staat maar goed gescheiden zijn. Dan behoudt de kerk alle vrijheid om God meer gehoorzaam te zijn dan de staat, wanneer dat nodig is.

Vacuüm

Het grootste probleem is dat de christelijke God langzaam maar zeker uit het rugzakje van de gemiddelde Europeaan is verdwenen. Zonder de overgang van Constantijn tot het christelijk geloof was dit rugzakje nooit aangereikt. Dan was er misschien wel iets van een christelijke kerk in Europa gekomen, maar louter als een minderheid in de marge van de cultuur. Het overgrote deel van Europa zou heidens gebleven zijn of –die kans is groter– islamitisch geworden zijn.

Het einde van het constantijnse tijdperk betekent daarom niet minder dan een groot vacuüm voor de verkondiging van het Evangelie. Ik wil dit einde daarom nog liever niet onder ogen zien, laat staan bevorderen.

De auteur is studiesecretaris van de IZB (voor zending in Nederland).


Dit artikel is onderdeel van een special over Constantijn. Lees alle artikelen op RD.nl/constantijn. Dit artikel is onderdeel van een tweeluik op de Opiniepagina over Constantijn. Lees hier de bijdrage van prof. A. van de Beek.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer