Dr. A. van de Beek: Verbinding kerk en macht na Constantijn voert weg van het kruis
Na Constantijn heeft de kerk zich verbonden met aardse macht. Dat moet wel wegvoeren van het kruis van Christus, stelt prof. dr. A. van de Beek.
Dit artikel is onderdeel van een tweeluik op de Opiniepagina over Constantijn. Lees hier de bijdrage van dr. W. Dekker.
Eeuwenlang hebben christenen Constantijn gezien als een van de grote helden van de wereldgeschiedenis. Hij maakte een einde aan de vervolgingen en gaf de kerk vrijheid en zelfs een vooraanstaande positie. Door Constantijn was alles anders geworden.
Sinds een eeuw is men daarover anders gaan denken. In 1928 schreef G. J. Heering zijn befaamde boek ”De zondeval van het christendom”. Sinds Constantijn was inderdaad alles anders geworden. Dat was echter geen wending ten goede, maar verraad aan de diepste drijfveren van het christelijk geloof. Constantijn heeft christendom en macht aan elkaar gekoppeld en dus christendom en geweld. Daar is het christendom nooit meer van los gekomen. Ook al dicht Luther: „Geen aardse macht begeren wij”, de vorsten die hem beschermden dachten helemaal in het constantijnse spoor. En dat constantijnse christendom is heden ten dage bij velen verdacht.
Ik denk niet dat we Constantijn moeten blameren. Hij deed met scherp inzicht gewoon wat hij moest doen in de verantwoordelijkheid die hij had. Als politiek (en dus zeker in die tijd ook militair) leider zag hij dat het tij van de geschiedenis was gekeerd. Je kon het christendom niet vernietigen. Als een wijs staatsman zag Constantijn in dat erkenning van het christendom nodig was voor een stabiele toekomst van het Romeinse Rijk. Daarin verschilde hij niet van de huidige Chinese leiders. Als staatsman was Constantijn inderdaad groot – en staatsman was het wat hij was.
Dat is anders met de theologen die hem steunden, met als belangrijkste Eusebius van Caesarea. Eusebius heeft zijn geschiedenis van de martelaren waaraan hij werkte zo omgebouwd dat die uitliep op de grote bevrijding, tot lof van de grote bevrijder Constantijn. Niet Constantijn maar Eusebius maakte het constantijnse christendom. Niet Constantijn moeten we blameren –die deed gewoon goed zijn taak– maar Eusebius, die theologisch de verbinding tussen kerk en staat heeft gesmeed.
Tertullianus
De gevolgen worden in de loop van de vierde eeuw zichtbaar en ze gelden nog steeds. In de Romeinse kerkorde van het begin van de derde eeuw staat dat christenen geen militair kunnen zijn. In de herziene versie van het eind van de vierde eeuw staat dat soldaten zich behoorlijk moeten gedragen, met verwijzing naar wat Johannes de Doper daarover heeft gezegd.
Tertullianus heeft haarscherp laten zien waarom christenen niet in het leger kunnen gaan: ook aan de andere kant van de grens zijn christenen. Straks dood je een broeder in Christus. Bovendien berust de militaire eer op de tranen van moeders en vrouwen van de gesneuvelde tegenstanders. Het koninkrijk van Christus strekt zich uit over alle volken en berust niet op aardse macht. Zodra we de naam van Christus gaan binden aan de natie, strijden we in naam van Christus tegen andere naties. Nationale kerken steunen altijd geweld, waarop de staat per definitie berust, want hij berust op aardse macht. De voorbeelden liggen voor het oprapen in de geschiedenis.
Het streven naar macht geldt volgens Tertullianus ook voor de politiek. Politieke debatten gaan ook om het recht van de sterkste. Met één zin kun je een tegenstander vloeren. Van dat soort dingen houden christenen zich verre, schrijft Tertullianus.
Maar Eusebius heeft de politieke retorica en de bijbehorende tactiek tot het keurmerk van de kerk gemaakt. Hij mocht de feestrede spreken bij het keizerlijk jubileum van Constantijn en dat ging hem uitstekend af – terwijl hij tegelijk vond dat het in de christologie wel een tandje lager kon. Zo gaat dat: als de keizer zo belangrijk wordt, moet het ergens vandaan komen. Athanasius zocht de hoogste woorden voor Christus en de goede Constantijn beloonde hem met een ballingschap in Trier. Want christendom moet niet te radicaal zijn als je het politiek haalbaar wilt houden.
Julianus de Afvallige
Er is meer dat er in de vierde eeuw veranderde. Een jongetje van vijf zag dat vrijwel zijn hele familie werd uitgemoord door rivaliserende christenen die om de macht streden. Groot geworden studeerde hij onder verantwoordelijkheid van een bisschop. Hij zat samen met de nieuwe generatie theologen in de collegebanken. En hij zag het haantjesgedrag en de intriges die zich daar afspeelden. Zelf was hij een diepe denker. Hij zocht naar een alternatief. Hij vond het in het heidendom van het oude Rome, in een vorm die bij de tijd was. Zo kwam het tot keizer Julianus – de Afvallige. Beter het heidendom dan het christendom dat hij had meegemaakt.
Hoeveel mensen is het niet vergaan zoals Julianus? Een christendom dat zich verbindt aan de macht, verbindt zich aan de wereld. „Geen aardse macht begeren wij. Die gaat al ras verloren.” Reformatoren leggen niet veel gewicht in de schaal. De theologie van Eusebius trekt mensen meer – want die brengt je in het paleis. Die geeft je een plek in het publieke domein. En daar willen ook christenen graag zijn, liever dan bij de schande van Christus – en Die gekruisigd.
De auteur is bijzonder hoogleraar theologie aan de universiteit van Stellenbosch (Zuid-Afrika) en emeritus hoogleraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam.
Dit artikel is onderdeel van een special over Constantijn. Lees alle artikelen op RD.nl/constantijn. Dit artikel is onderdeel van een tweeluik op de Opiniepagina over Constantijn. Lees hier de bijdrage van dr. W. Dekker.