Opinie

Europa’s oude versleten kerk wordt weer vróége kerk

Een verre reis maken, dat is altijd een fascinerend gebeuren. Na twee weken weer thuiskomen is vooral een heerlijk gebeuren. Toch blijft er dan altijd iets knagen, vooral op zondag. Bijvoorbeeld wanneer ik in mijn wijkgemeente weer de bank inschuif. Want hoe ging dat enkele weken terug bij broeders en zusters in China, Cambodja, India of Pakistan? Toen zat ik tussen rondscharrelende kippen en varkens; de kerkzaal bleek een tijdelijk omgebouwde boerenschuur te zijn.

23 October 2012 20:00Gewijzigd op 14 November 2020 23:53Leestijd 4 minuten
Geen kerktorens –kerkgebouwen zijn er sowieso verboden– maar boeddhistische gebedsvlaggen, gebedsmolens en beelden domineren er het straatbeeld.
Geen kerktorens –kerkgebouwen zijn er sowieso verboden– maar boeddhistische gebedsvlaggen, gebedsmolens en beelden domineren er het straatbeeld.

En dan het geestelijk klimaat waarin ze daar christen zijn. Dan hebben we het over landen waar het christelijk geloof een wezensvreemde religie is en waar totaal andere religies staatsgodsdienst zijn en de cultuur bepalen.

Neem het boeddhistische Himalayakoninkrijk Bhutan. Daar mogen christenen hun dóden niet eens begraven – dat is ontheiliging van de grond, vinden de geestelijke leidslieden. En daarom gaan christelijke begrafenissen daar altijd de grens over.

Geen kerktorens –kerkgebouwen zijn er sowieso verboden– maar boeddhistische gebedsvlaggen, gebedsmolens en beelden domineren er het straatbeeld. Vanuit zo’n land terugkeren in je eigen gemeente? Dat komt neer op mentale gymnastiek.

Zo’n gevoel van bevreemding is er ook bij het lezen van het Bijbelhoek Handelingen, waarin het leven van de eerste christenen wordt beschreven. Wat een contrast tussen hen en ons.

De Britse schrijver en publicist Nick Page slaat dan ook de spijker op zijn kop als hij in zijn boek ”Kingdom of Fools. The Unlikely Rise of the Early Church” schrijft dat tussen ons en hen „die enorme berg” staat van officieel christendom, dat begon in het jaar 313 toen de Romeinse keizer Constantijn het edict van Milaan uitvaardigde en daarmee het christelijk geloof tot officiële religie van Europa maakte. De kerk won aan invloed, maar er ging tegelijk iets wezenlijks verloren toen het Romeinse Rijk het christendom adopteerde, stelt hij.

Zo is de kerk in het Westen dat prille „Kingdom of Fools”, dat is de sjofele, eenvoudige leefwereld van de eerste christenen (zotten in Romeinse ogen), na Constantijns edict uit het oog verloren en nam ze in plaats daarvan de wijsheid van de wereld over, ze trok weg uit de werkplaats van tentenmakers –waar de eerste christenen bijeenkwamen– en bevolkte liever kathedralen en bezette de zalen van de machtigen der aarde.

Ziehier de reden van dat gevoel van bevreemding (of is het verlegenheid?) dat 21e-eeuwers hebben als ze naar die eerste christenen van vóór Constantijn kijken.

Maar dat geldt niet voor alle christenen van vandaag. Page voegt er in zijn boek aan toe dat „in bepaalde opzichten die vroege kerk nooit is weg geweest.” Hij wijst dan naar „de miljoenen gelovigen” in de wereld die ook leven in een heidense cultuur, ook een nietige minderheid zijn en doelwit van vervolging.

Maar ook in het Westen zijn we inmiddels dichter bij de wereld van Petrus en Paulus dan we misschien denken, aldus Page. „In het hart van onze samenleving staan immers ook tempels, alleen: de goden zijn veranderd. Zij hadden Zeus en Athena, wij hebben geld, seks en macht.” Wellicht dat in het postchristelijke Westen christenen ook gezien gaan worden als asociaal, vreemd, als ”fools”.

Als dat gebeurt zijn we helemaal terug in de wereld van de eerste christenen, stelt Page, worden we weer hun metgezellen en „gaan we pas echt de buitengewone wijsheid van deze dwazen waarderen.”

Het kan wonderlijk gaan in Gods koninkrijk. Nu de postchristelijke tijd is aangebroken, krijgt die oude, bijna versleten kerk van Europa weer de gedaante van vróége kerk, de ecclesia van het prille begin.

Daar gaat ook de vervolgde kerk elders in de wereld haar voordeel mee doen, omdat de kloof tussen hen en ons kleiner wordt. En: heen en weer reizen tussen hier en daar is straks weer een stuk gemakkelijker te behappen.

Reageren? buitenlandsezaken@refdag.nl

Vond je dit artikel nuttig?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer