Wereld Natuur Fonds voorziet zware klappen voor Europese visserij
ZEIST – Als het EU-visserijbeleid niet wordt aangepast, kunnen de Europese vissers de komende jaren zware klappen verwachten.
Een dinsdag gepubliceerd onderzoek in opdracht van het Wereld Natuur Fonds (WNF) voorspelt dat de hoeveelheid gevangen vis in 2022 circa 1,4 miljoen ton
(30 procent) lager kan uitpakken dan in 2009. Ook dreigen bijna 50.000 banen verloren te gaan door een sterk ingekrompen vissersvloot.
Alleen door te stoppen met „voortdurende overbevissing” krijgen visbestanden weer de kans aan te groeien, stelt het WNF. Hierdoor zouden Europese vissers over tien jaar juist 1,4 miljoen ton vis extra kunnen vangen. De inkomens van de vissers zullen dan met de helft toenemen.
De studie is uitgevoerd door het Nederlandse bureau Framian, dat is gespecialiseerd in onderzoek naar de visserijsector. Onderzoeker Pavel Salz zette de ontwikkeling van de visvangst en werkgelegenheid tussen 1995 en 2009 op een rij. Vervolgens liet hij daar vier toekomstscenario’s op los, variërend van ongewijzigd beleid tot het extra verkleinen van de toegestane visvangst.
In die vijftien jaar liep zowel de vangst als de werkgelegenheid met gemiddeld 4 procent per jaar terug. In 2009 werd in totaal 5,1 miljoen ton vis gevangen door 149.000 vissers. Het gaat hierbij om vissersvloten uit de hele Europese Unie en alle door deze vloten beviste wateren, ook zeeën en oceanen waar het Europese visserijbeleid niet van toepassing is.
Directeur Pim Visser van VisNed, de belangenorganisatie van de Nederlandse kottervisserij, vindt dat het WNF appels met peren vergelijkt. „Wij zijn voorstander van duurzaam vissen. Dat gebeurt in de Noordzee al voor schol, waarvan het bestand zich de afgelopen jaren spectaculair hersteld heeft. En voor tong zijn we heel binnenkort ook zo ver”, stelt hij vandaag. Kabeljauw, een andere belangrijke soort voor de Nederlandse vissers, herstelt zich in de Noordzee maar langzaam, erkent Visser. „Maar die vis is in de koude noordelijke wateren in grote overdaad beschikbaar.”
Visser ergert zich aan de suggestie van het WNF dat de visserijdruk de enige factor zou zijn die invloed heeft op visbestanden. „De veranderde temperatuur van het zeewater is van zeker zo grote invloed.”