„België is een taaie schoonmoeder”
Vlaanderen kiest zondag nieuwe bestuurders voor gemeenten en provincies. De Vlaams-nationalistische N-VA stevent opnieuw af op een grote overwinning. Volgens partijvoorzitter Bart De Wever beoordelen de Vlamingen daarmee tevens de Belgische regering-Di Rupo. Reportage vanuit het N-VA-gezinde Dessel.
Voor het huis van burgemeester Kris Van Dijck in Dessel wappert de Vlaamse vlag, fier in top. Binnen, in de hoek van zijn werkkamer, staat er nog een. Het kan geen bezoeker ontgaan: hier brult de leeuw van Vlaanderen. En hoe. Van Dijck stuwde de N-VA tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 in Dessel naar een absolute meerderheid. Nergens in Vlaanderen wist de partij zo’n sterke positie te veroveren.
Van Dijck is diep geworteld in het gedachtegoed van de N-VA. Al op zijn negentiende was hij in Dessel actief voor de Volksunie, de voorloper van de N-VA. Hij zat al snel in de Desselse gemeenteraad en schopte het in 1995 tot Vlaams parlementariër. Momenteel is Van Dijck tevens fractievoorzitter van de N-VA in het Vlaamse parlement en lid van het partijbestuur.
De Desselaar mag goed Vlaamsgezind zijn, eenkennig is hij echter niet. De leeuw van Vlaanderen waagt in zijn werkkamer een gemoedelijke dans met de Nederlandse. Aan een van de muren hangt een schoolprent waarop de Nederlandse Vader des Vaderlands te zien is terwijl hij in 1564 de Raad van State toespreekt. „Die hing er vóór vandaag ook al hoor”, zegt Van Dijck met een glimlach. Hij verklaart lid te zijn van de Orde van den Prince, een Vlaams-Nederlands gezelschap dat zich wil verdiepen in de Nederlandse taal en cultuur.
„Van Oranje maakte zich voor de Raad van State sterk voor tolerantie en godsdienstvrijheid. Dat is een tijdloze boodschap”, oordeelt Van Dijck. Nee, het gaat wat hem betreft niet meer over de Groot Nederlandgedachte, het idee dat Nederland en Vlaanderen weer bij elkaar moeten komen. „De afsplitsing van de Zuidelijke Nederlanden in 1830 is weliswaar een ramp voor ons geweest, maar met het huidige Europa is eenheid toch wat achterhaald.”
Het laat voor de burgervader van Dessel echter onverlet dat Nederland Vlaanderen nader aan het hart ligt dan Wallonië. „De Walen hebben een compleet andere cultuur dan wij”, zegt hij. „Wij trekken meer op Nederland aan, zeker hier in Dessel. We zijn zo in Tilburg of in Eindhoven. We kijken Nederlandse televisie. Nooit Waalse. En dat heeft niet alleen met de taal te maken.”
Vlaams nationalisme
Aan de verkiezingen van zondag doen in Vlaanderen 6500 N-VA-kandidaten mee. Partijvoorman Bart De Wever zelf neemt het in Antwerpen op tegen de zittende socialistische burgemeester Patrick Janssens. Hij lijkt goed te gaan scoren. Maar een meerderheid zoals in 2006 in Dessel is behaald, dat zit er bijna nergens in.
De sterke opmars van de N-VA in Dessel mag opmerkelijk heten. De Kempen, waarin Dessel ligt, is vanouds sterk christendemocratisch. In de dorpen en steden rond Dessel bleef de N-VA in 2006 maar klein of wist zelfs geen enkele zetel te behalen, zoals in Turnhout. Is Dessel nu zo Vlaams-nationalistisch? Of is de plaats gewoon trendsettend? Bij de federale verkiezingen van 2010 behaalde de N-VA in heel Vlaanderen een daverende overwinning.
Afzwaaiend gemeenteraadsvoorzitter Kris Bertels, zelf ook N-VA’er, denkt dat het succes van de partij in Dessel alles te maken heeft met de persoon van Kris Van Dijck. „Om eerlijk te zijn: als Kris op de lijst van een andere partij had gestaan, was die wellicht ook groot geworden”, zegt hij in zijn woning, schuin tegenover het gemeentehuis.
Toch is er in Dessel vanouds al wel een Vlaams-nationalistische onderstroom. Al in 1964 namen er kandidaten namens de Volksunie deel aan de gemeenteraadsverkiezingen. Onder hen was René Van Dijck, de vader van de huidige burgemeester. In 1982 werd de partij met zeven zetels de grootste. De christendemocratische CVP had met zes plekken het nakijken.
Bertels denkt echter niet dat het succes van de Volksunie en de N-VA zonder meer verband houdt met uitzonderlijk sterke Vlaams-nationalistische gevoelens in Dessel. „Natuurlijk leven die, maar gemeenteraadsverkiezingen gaan over personen”, is zijn overtuiging. „Maar wat zeker is: mensen knappen ook niet af op het Vlaams-nationalistische karakter van de N-VA. We maken in Dessel in ons foldermateriaal altijd duidelijk dat we in de lijn van de landelijke partij denken.”
Het grootste verschil tussen de N-VA en de andere partijen in Dessel is wat Bertels betreft „de stijl van politiek voeren.” „Kijk, in een gemeente willen veel partijen hetzelfde. Iedereen is voor verkeersveiligheid en beter onderwijs. Maar we onderscheiden ons vooral door een stijl van samenwerking. Als een andere lijst met goede ideeën komt, nemen we die over. Ik denk dat de burgers dat opmerken en waarderen.”
Bij het opstaan, maakt Bertels terloops nog één punt. „De oppositie zal wel zeggen dat de burgemeester te veel in Brussel zit. Maar dat geloof ik niet. Bovendien kan hij daar veel voor Dessel gedaan krijgen. Dat moeten de mensen niet vergeten.”
Volksfeest
En ja, alsof het is afgesproken. De lijststrekker van de christendemocratische CD&V, Michel Meeus, komt al snel met precies die kritiek op de proppen. Meeus was zelf burgemeester van Dessel van 2001 tot 2006 en woont in Witgoor, het tweelingdorp van Dessel.
„Kris Van Dijck is hier zeer populair”, geeft hij ruiterlijk toe. „Maar we moeten toch stellen dat zijn eerste aandacht naar Brussel gaat. Daar zou Dessel volgens de N-VA van profiteren, maar ik zie daar echter niets van. Integendeel.”
Meeus hoopt dan ook dat zijn CD&V zich zondag in Dessel en Witgoor zal herpakken. De oud-burgervader trekt de bestuurlijke kwaliteiten van zijn opvolger niet in twijfel, maar wel die van de N-VA-ploeg als geheel. „Als de burgemeester weg is, zit het college hier een beetje naar elkaar te kijken. En ja, mensen willen wel dat Dessel goed bestuurd wordt.”
De CD&V-lijststrekker gelooft niet dat Vlaams-nationalistische motieven een grote rol spelen bij de enorme populariteit van de plaatselijke N-VA. „Plaatselijke politiek gaat toch over personen”, zegt ook hij. „Er is een kleine groep die zeer Vlaanderengezind is en zich inzet voor de Vlaamse zaak, maar de meesten horen daar toch niet bij.”
Meeus ergert zich eraan dat de plaatselijke N-VA het soms wel zo wil doen voorkomen. „Neem de viering op 11 juli, de Feestdag van Vlaanderen. Voorheen was er dan een besloten bijeenkomst op het gemeentehuis met vertegenwoordigers van verenigingen en dergelijke, maar nu moet het zo nodig een volksfeest zijn op het marktplein. Maar wat gebeurt er: de N-VA betaalt verenigingen geld om mee te zingen met het programma ”Vlaanderen Zingt”. Dan lijkt het inderdaad heel wat, maar dat mag je toch zo niet subsidiëren.”
Wanneer heel Vlaanderen zondag geel kleurt, zegt dat volgens Meeus iets „over hoe serieus kiezers met hun stem omgaan.” „Je krijgt dan toch de indruk dat mensen bij de stembus maar wat doen. We moeten de democratie natuurlijk respecteren, maar ik snap niet waarom kiezers zullen stemmen op een partij die haar verantwoordelijkheid niet neemt.” Meeus doelt op het feit dat de N-VA na de federale verkiezingen in 2010 uiteindelijk geen regering wilde vormen met de Waalse partijen.
Hij hoopt dat Dessel zondag weer oranje zal kleuren: de kleur van de Vlaamse christendemocraten. „Ik geloof dat er voldoende voedingsbodem is voor het CD&V om weer op te klimmen. Ondanks de ontzuiling hebben we nog altijd een grote natuurlijke achterban.”
Schoonmoeder
Afgaand op het straatbeeld in Dessel is de zaak nog niet beslist, zondag. Ja, het geel van de N-VA is in ruime mate aanwezig. In de tuinen staan grote borden met de kop van Kris Van Dijck en andere vertegenwoordigers van de partij. Sommige mensen hebben bijna hun hele raam volgeplakt met posters. Maar ook de oppositiepartijen timmeren driftig aan de weg. „Ik geloof dat wij 200 borden geplaatst hebben”, lacht N-VA’er Bertels. „En daar willen de andere partijen toch overheen.” Met name de nieuwe partij Dessel & Witgoor (D&W), een plaatselijke variant van de liberale open-VLD, laat zich uitbundig zien langs de wegen.
Burgemeester Kris Van Dijck is realistisch. „In heel Vlaanderen kan de N-VA winnen, maar ik ben de enige die kan verliezen. Met een absolute meerderheid zit je toch al bijna aan het maximale. Maar ik geloof dat we het hier goed hebben gedaan de afgelopen jaren. Dat is ook wat ik van burgers hoor bij mijn huisbezoeken.” Van Dijck gaat in de tijd voor de verkiezingen ieder huis in Dessel en Witgoor langs. Als mensen niet thuis zijn, doet hij een briefje in de brievenbus met zijn mobiele nummer. „Of ik nu in Brussel zit of hier, ik ben dus altijd voor iedereen bereikbaar.”
Het N-VA-kopstuk gelooft stellig in de toekomst van zijn partij. „Mensen in Vlaanderen willen dat hun stem wordt gehoord. Dat is toch waar democratie over gaat. In de huidige situatie van België is dat echter allerminst het geval, want de Walen stemmen heel anders. Ik heb het eerder vergeleken met een situatie waarbij Nederland na de verkiezingen één regering moet gaan vormen met Duitsland. Ik wens jullie veel succes. Mensen krijgen dan niet wat ze willen.”
Van Dijck is zich er terdege van bewust dat lokale verkiezingen geen federale zijn. „Maar als we morgen lokaal niet doorbreken, zullen ze in Brussel zeggen: Het valt toch wel mee met die Vlamingen. Maar het valt niet mee.”
Hoe hij de toekomst van België ziet? „Het is een taaie schoonmoeder”, peinst hij. „Maar via de weg van de geleidelijkheid zullen we toch echt naar veel meer autonomie moeten. We zitten nu in een onwerkbare situatie.”
„Als CD&V hier sneuvelt, is er veel gebeurd in Vlaanderen”
In Edegem, onder de rook van Antwerpen, zit de CD&V vanouds sterk in het zadel. De N-VA behaalde er in 2006 slechts één zetel. Tweede op de CD&V-lijst, Mia De Schamphelaere, wil geloof en politiek nauw met elkaar verbinden.
Met 10 van de 27 zetels heeft de CD&V in het gegoede Edegem een stevige positie. „We zijn hier al jaar en dag de grootste partij”, zegt De Schamphelaere in haar woning in Edegem. „Als we hier zouden sneuvelen, dan is er veel gebeurd in Vlaanderen.” De politicus verwacht dat de N-VA zo’n zeven à acht zetels in Edegem zal weten te veroveren, terwijl de CD&V op negen zal blijven steken.
De groei van de N-VA kan het oud-Kamerlid voor de CD&V wel verklaren. „De Belgische structuur is niet aangepast. Veel Vlamingen willen dat het land een andere kant op gaat.” Zelf heeft ze een model voor ogen naar analogie van het Verenigd Koninkrijk, met een protocollaire monarchie.
De achteruitgang van het CD&V in Vlaanderen als geheel heeft volgens haar met verschillende factoren te maken. De ontzuiling is er een van. „De visie van de CD&V is ingebed in een christelijk mensbeeld”, zegt. „We willen niet opkomen voor deelbelangen, maar een middenweg zoeken waarin alle partijen tot hun recht kunnen komen. Maar in crisistijd zijn mensen toch sneller geneigd voor deelbelangen te kiezen.”
De Schamphelaere is lid van C’Axent, een beweging van Vlaamse christenpolitici. „Ik zie een band tussen geloof en leven in de samenleving”, verklaart ze. Bovendien wil de rooms-katholieke politica opkomen voor „respect voor het leven.”
„In de federale politiek verbonden mensen mijn C’Axent-lidmaatschap nog wel eens met conservatisme, maar hier in Edegem kennen ze me en is het geen hobbel”, zegt ze. Ze gaat de huizen af in de hoop de stevige positie van haar partij in Edegem te behouden.