Een onderzoek van Unicef heeft uitgewezen dat 46 miljoen kinderen in het midden en zuiden van Afrika nog nooit naar school zijn geweest. Eenzelfde aantal kinderen in Zuid-Azië zette nooit voet in een klaslokaal. De twee regio’s herbergen samen driekwart van de niet-schoolgaande kinderen ter wereld.

„Het negeren van het probleem van kinderen die niet naar school gaan, resulteert in grote verliezen voor deze generatie en de volgende”, zei Unicef-directeur Carol Bellamy. „Niet alleen ondervindt het kind niet de directe voordelen van onderwijs, maar afwezigheid van school brengt kinderen dichter bij gevaren als misbruik en seksuele uitbuiting. Dat geldt in het bijzonder voor meisjes.”

Volgens recente onderzoeken zijn 56 procent van de kinderen die wereldwijd niet naar school gaan meisjes, grofweg zo’n 66 miljoen. Unicef stelt dat het verschil tussen jongens en meisjes afneemt, maar dat de laatsten nog steeds vaak niet naar school mogen of er voortijdig van af worden gehaald.

Een toename van het aantal meisjes op scholen is volgens het kinderfonds echter essentieel voor de verbetering van het onderwijs en van samenlevingen. Bellamy: „Meisjes die onderwijs hebben genoten, krijgen vaker gezonde kinderen, die vaker ook zelf naar school gaan. Dat is de sleutel om de spiraal van armoede te doorbreken.”

Unicef wist ook positieve dingen te melden. Zo is in Afghanistan het aantal schoolgaande kinderen na de val van het bewind van de Taliban toegenomen. Vorig jaar wist het kinderfonds daar 1,5 miljoen kinderen terug op school te krijgen. Dit jaar zitten er 4,2 miljoen kinderen op 7000 scholen in Afghanistan. Het aantal meisjes op Afghaanse scholen groeide door de Unicef-campagne met 37 procent sinds vorig jaar.