Nog dit jaar proef met emissiehandel
Handel in rechten om het broeikasgas CO 2 te mogen uitstoten, bijvoorbeeld via een veiling, kan een goede manier zijn om ons land te laten voldoen aan internationale afspraken om de vervuiling terug te dringen. Dat heeft een speciale adviescommissie dinsdag naar buiten gebracht.
Minister Jorritsma van Economische Zaken wil nog dit jaar beginnen met „droogzwemmen”: een proef om alle voor- en nadelen van dit voor ons land nieuwe systeem te onderzoeken.
Een commissie onder leiding van voormalig Shell-topman ir. P. Vogtländer stelt voor in 2005 te beginnen met de industrie die veel energie verbruikt en met elektriciteitscentrales. Voor deze internationaal opererende bedrijven zou geen absolute bovengrens aan de uitstoot moeten gelden. Bepalend zou moeten zijn hoe zuinig zij met energie omgaan. Als bedrijven binnen de zo vastgestelde emissienorm blijven, houden ze emissierechten over en die mogen ze verkopen aan andere bedrijven.
In 2008 komen dan andere bedrijven aan de beurt, maar voor hen moet wel een absolute bovengrens aan de uitstoot gelden. Ze kunnen op een veiling rechten op de uitstoot van CO 2 kopen. De consument krijgt pas in 2012 te maken met de verhandelbare rechten.
In Kyoto ging Nederland akkoord met afspraken om de uitstoot van CO 2 uiterlijk in 2012 te verminderen met 6 procent ten opzichte van 1990. De Europese Commissie heeft voorgesteld om in 2005 met een systeem van verhandelbare emissierechten te komen. In de visie van Jorritsma zou invoering in de Europese Unie in het voordeel kunnen werken van ons land, omdat het bedrijfsleven hier de afgelopen jaren veel heeft geïnvesteerd in energie-efficiency.
MKB-Nederland, de organisatie van kleine(re) bedrijven, noemt de voorstellen van de commissie-Vogtländer „volstrekt onacceptabel.” De voordelen van emissiehandel zouden vooral komen te liggen bij de grote internationale industrie.
De werkgeversorganisatie VNO/NCW vindt eveneens dat bedrijven niet verschillend behandeld mogen worden. Anderzijds noemt zij emissiehandel een veelbelovend nieuw instrument, mits de bedrijven niet gebonden worden aan een absoluut plafond.
De milieubeweging voelt wel voor zo’n plafond, omdat van „energieprestatienormen” te weinig financiële prikkels zouden uitgaan om de uitstoot terug te dringen.