LTO vindt het ook een goede zaak dat het kabinet zich de komende jaren richt op de versterking van de concurrentiekracht van de Nederlandse economie. Verbetering van bedrijfsresultaten is noodzakelijk om het kabinetscredo ”ruimte voor ondernemerschap en innovatie” betekenis te geven.

In de begroting ligt sterk de nadruk op stijgende loonkosten. Behalve loonmatiging en verhoging van de arbeidsproductiviteit en de arbeidsparticipatie zullen ook kostenposten als de administratieve lasten getoetst en bijgesteld moeten worden aan de Europese maatstaven, stelt LTO.

De boerenorganisatie vindt het vreemd dat het kabinet zegt dat het meer in de pas wil lopen met Europa, terwijl er tegelijkertijd maatregelen worden aangekondigd die daar niet mee te rijmen zijn. Dit betreft onder meer de verdere vergroening van het belastingstelsel, het geheel doorberekenen van destructiekosten en de kosten van bestrijding van dierziekten. Ook gaat het om kostprijsverhogende eisen aan de productie op het terrein van milieu en natuur, die niet zijn door te vertalen in de opbrengstprijzen. LTO-Nederland onderstreept wat dit betreft de aanpak om een grotere verantwoordelijkheid bij de consument te leggen, maar mist daartoe nog een concrete uitwerking in de begroting.

Bedrijfsontwikkeling en structuurverbetering in de land- en tuinbouw hebben volgens LTO nieuwe impulsen nodig. LTO is goed te spreken over het plan om meer ruimte te bieden aan regionale initiatieven. In de plannen van het kabinet voor komend jaar krijgt de plattelandsontwikkeling evenwel een zwaarder accent dan de broodnodige economische ontwikkeling in de bedrijfstak. Dit komt volgens de boerenorganisatie onder meer tot uitdrukking in de onbalans in de verdeling van het extra geld (700 miljoen euro) voor het landelijke gebied: tweederde wordt gebruikt voor realisering van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en eenderde is bestemd voor herinrichting (Reconstructiewet) van de zandgebieden.