Iran belooft samen te werken met IAEA
Iran blijft voorlopig samenwerken met het Internationale Atoomenergie Agentschap (IAEA), ondanks zijn kritiek op een ultimatum van de VN-organisatie aan Iran om voor eind oktober zijn atoomgeheimen prijs te geven.
De Iraanse vice-president Gholamreza Aghazadeh heeft dat maandag gezegd. Zondag dreigde Iran nog de samenwerking met het IAEA op te zeggen.
Aghazadeh zei dat Iran ook bereid is met het IAEA te onderhandelen over een speciaal protocol dat vergaande en onaangekondigde inspecties van de Iraanse kerninstallaties mogelijk moet maken. In de onderhandelingen in de raad van bestuur van het IAEA die afgelopen vrijdag in het ultimatum resulteerden, dreigde Iran terug te komen op zijn voornemen het protocol te aanvaarden. Hoewel Aghazadeh „partijpolitiek in de Verenigde Staten” verantwoordelijk stelde voor de „keiharde resolutie”, zei hij dat Iran de strijd tegen proliferatie van kernwapens blijft toegedaan.
Aghazadeh waarschuwde er evenwel voor dat Iran misschien niet aan alle in de resolutie genoemde voorwaarden zal kunnen voldoen. „Het lijkt erop dat de resolutie is opgesteld om te garanderen dat zij niet of slechts half kan worden uitgevoerd”, zei hij. De belofte van samenwerking geldt dan ook slechts voorlopig. „Wij bestuderen de resolutie zorgvuldig en zullen er over enkele dagen officieel op reageren”, aldus Aghazadeh tot de afgevaardigden naar de algemene vergadering van het IAEA, waar 135 landen deel van uitmaken.
Als de raad van bestuur van het IAEA in november concludeert dat Iran niet aan de eisen van de resolutie heeft voldaan, kan het Teheran in gebreke verklaren inzake het non-proliferatieverdrag. De raad is verplicht dat te melden aan de VN-Veiligheidsraad, die vervolgens sancties kan aanbevelen.
IAEA-directeur al-Baradei en de andere delegaties bij de IAEA-conferentie in Wenen hadden er maandag eerder op de dag bij Iran op aangedrongen gevolg te geven aan de resolutie.
Noord-Korea, dat zijn banden met het IAEA in november heeft verbroken, werd ertoe opgeroepen het kernwapenprogramma dat het naar eigen zeggen uitvoert, te staken. Al-Baradei zei dat Noord-Korea een „ernstige en directe bedreiging” vormt voor de non-proliferatie en sprak de hoop uit dat het overleg dat Pyongyang met de VS en vier andere landen voert, er uiteindelijk toe zal leiden dat het IAEA weer inspecties kan gaan uitvoeren in Noord-Korea.