Hersenen in plakjes van 1,5 centimeter
AMSTERDAM (ANP) – Steeds meer mensen willen na de dood hun lichaam afstaan aan de wetenschap. Wat gebeurt daar vervolgens mee? Vijf vragen aan Geert Schenk, neurowetenschapper aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
Waar wordt een gedoneerd lichaam voor gebruikt?
Schenk: „Voor meerdere zaken. Een lichaam wordt ‘gerecycled’: het wordt geconserveerd en verschillende afdelingen gaan er op verschillende momenten mee aan de slag. Neurowetenschappers bestuderen voornamelijk de hersenen en het ruggenmerg, maar een cardioloog kan het hart bestuderen. Soms worden de armen eraf gesneden, of snijden we de hersenen in plakjes van 1,5 centimeter om die te bekijken. We kunnen een lichaam gebruiken voor onderzoek en onderwijs, maar dat gaat vaak hand in hand.”
Hoe lang wordt een lichaam gebruikt?
„Vrij lang. Er liggen gemiddeld ongeveer 25 lichamen in ons mortuarium. Jaarlijks komen er zo’n 60 binnen. We proberen één lichaam zo lang en veel mogelijk te gebruiken, maar het slijt omdat je er niet oneindig veel demonstraties op kunt geven. Het is vrij broos materiaal.”
Zie je zo’n gedoneerd lichaam nog als een ‘mens’?
„Ja, en soms is dat best heftig. Afgelopen week was er in een achterhoofd gezaagd en een deel van de hersenen verwijderd. Het voorhoofd en het haar waren echter nog helemaal intact. Maar je raakt op den duur een beetje afgestompt. Studenten vinden het die eerste keer ook wel eng, maar ze wennen eraan. Ook is het makkelijker naarmate er al meer in een lichaam gesneden is.”
Loop je als anatoom het risico om een bekende overledene op de snijtafel te treffen?
„Nee, daar wordt rekening mee gehouden. Lichamen uit Friesland komen bijvoorbeeld niet in dat deel van het land terecht. Ik ken gelukkig niemand die ooit een bekende is tegengekomen.”
Hoe denken de studenten over lichaamsdonatie?
„Ze overwegen het zelf ook, merk ik. Hoewel er laatst ook discussie over was: je kunt als orgaandonor geen lichaamsdonor worden en vice versa. Veel studenten redden liever een leven dan dat ze de wetenschap helpen.”