Buitenland

Morsi maakt zichzelf belangrijk

CAÏRO – Sinds zijn verkiezing tot president van Egypte in juni, heeft Mohammed Morsi regelmatig van zich doen spreken. Kort na zijn beëdiging zette hij het leger grotendeels buitenspel, trok de macht naar zich toe en maakte hij een aantal belangrijke buitenlandse reizen. Met als voorlopig hoogtepunt zijn toespraak afgelopen donderdag tot de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York.

Van onze correspondent
2 October 2012 07:49Gewijzigd op 14 November 2020 23:29
De Egyptische president Morsi (l.) schudt de hand van VN-secretaris-generaal Ban Ki Moon. Het kersverse staatshoofd timmert volop aan de weg, onder andere met buitenlandse reizen. Foto EPA
De Egyptische president Morsi (l.) schudt de hand van VN-secretaris-generaal Ban Ki Moon. Het kersverse staatshoofd timmert volop aan de weg, onder andere met buitenlandse reizen. Foto EPA

Met zijn buitenlandse reizen zette Morsi de toon van zijn beleid en maakte hij duidelijk wat de wereld van Egypte mag verwachten. Het is veelzeggend dat zijn eerste buitenlandse reis een bezoek aan Teheran was. Het Westen hoeft van Morsi niet te rekenen op veel steun als het gaat om verregaande kritiek op het atoombeleid van Iran. Terwijl er in Egypte plannen worden gemaakt om het kernenergieprogramma nieuw leven in te blazen, toonde Morsi zich ingenomen met de aangeboden hulp van Iran en China.

In zijn toespraak tot de VN onderstreepte Morsi dat de Arabische regio geen activiteiten duldt op het gebied van de ontwikkeling van kernwapens die de veiligheid in het Midden-Oosten in gevaar kunnen brengen. Daarbij doelde hij niet op Iran maar op Israël, zonder de naam van dat land ook maar één keer te noemen. Het is bekend dat de moslimbroeders de ontwikkeling van een Iraanse kernbom niet in de weg willen staan. Al was het alleen maar om Israël daarmee angst aan te jagen.

Het grootste deel van de toespraak van Morsi ging over de positie van de Palestijnen en de situatie in Syrië. Aan de Palestijnse kwestie wijdde Morsi vijf alinea’s. Hij riep de VN ertoe op de al jaren geleden aangenomen resoluties uit te voeren en de Palestijnen een eigen staat te geven met Jeruzalem als hoofdstad. Het Israëlische nederzettingenbeleid noemde hij een vorm van kolonisatie en bezetting. En de Palestijnen, zo betoogde Morsi, kunnen rekenen op de onvoorwaardelijke steun van Egypte. „Wij steunen de onvervreemdbare rechten van het Palestijnse volk en zijn vastbesloten om ons te blijven inspannen tot zij hun rechten weer terug hebben.”

Ook over het conflict in Syrië deed Morsi stevige uitspraken. Samen met drie andere (moslim)landen kunnen de problemen in Syrië worden opgelost. „Egypte wil oprecht een einde maken aan de catastrofe in Syrië, maar dan wel op de Arabische manier.” Als de buitenlandse gemeenschap, het Westen dus, zich er maar niet mee bemoeit, komt er heus een oplossing. De rest van de wereld mag zich wel aansluiten bij de initiatieven van Morsi en zijn bondgenoten.

Om de huidige breuklijn met het Westen te benoemen greep hij de kwestie rond de anti-islamfilm aan om duidelijk te maken dat elke kritiek op de islam als een aanval op de Arabische wereld wordt gezien. Volgens Morsi hebben moslims en migranten over de hele wereld steeds vaker te maken met „discriminatie, schending van hun mensenrechten en wrede campagnes tegen wat voor hen heilig is. Deze praktijken komen zo veel voor dat ze nu een naam dragen: islamofobie.” Slechts in een korte zin keurde hij het gebruikte geweld tegen de film af.

Veel commentatoren waren onder de indruk van het optreden van Morsi in New York. Een westerse diplomaat noemde hem zelfs „een krachtige, intelligente en moderne leider.” Het is nog maar de vraag of Morsi die kwalificaties waar kan maken.

In veel opzichten doet Morsi denken aan zijn voorganger Hosni Mubarak. Die heeft jaren lang opzichtig zijn best gedaan om als de grote leider van de Arabische staten in het Midden-Oosten te worden gezien.

In tegenstelling tot Mubarak weet Morsi zich voorlopig gesteund door een meerderheid van de Egyptenaren. Bovendien heeft zijn partij, de moslimbroederschap, de macht in handen in het parlement en in de raad die de nieuwe grondwet moet samenstellen. De president is zeker een intelligente man. En hij weet dus heel goed dat zijn partij niet aan de basis heeft gestaan van de opstand in Egypte, al beweerde hij dat wel in zijn toespraak tot de VN.

Morsi kan zichzelf in het buitenland dan wel belangrijk maken, in eigen land moeten nog een heleboel zaken worden opgelost. De werkloosheid stijgt, de armoede neemt toe en de veiligheid op straat blijft een bron van grote zorg. Bovendien nemen de laatste tijd de conflicten tussen moslims en christenen weer toe.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer