Het was voor het eerst dat een vooraanstaand lid van de Israëlische regering openlijk over de mogelijke liquidatie van Arafat sprak. Olmert wordt door velen getipt als kandidaat voor het premierschap. Naast „een aanslag” behoren uitzetting of een „totale isolering” van Arafats hoofdkwartier in Ramallah eveneens tot de mogelijkheden.

De prominente Palestijnse politicus Saeb Erekat veroordeelde de uitlatingen, die volgens hem doen denken aan dreigementen van de maffia. „Dit toont de ernst van de situatie en de voortdurende verslechtering aan.”

De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell waarschuwde in een reactie vanuit Bagdad dat Israël zich met het verbannen of vermoorden van Arafat niet alleen de woede van de Arabieren maar van moslims in veel delen van de wereld op de hals zou halen. Powell noemde Olmerts opmerkingen „niet behulpzaam. De Israëliërs zijn goed op de hoogte van ons standpunt”, aldus Powell.

De regering-Bush weigert sinds de zomer van 2002 contact te hebben met Arafat. Zij is er echter niet voor hem uit te wijzen, omdat zij vreest dat hij daardoor meer gelegenheid zou krijgen zijn mening te ventileren en aan invloed zou winnen.

Israël houdt Arafat op z’n minst indirect verantwoordelijk voor de voortdurende Palestijnse zelfmoordaanslagen en het veiligheidskabinet besloot daarom vorige week Arafat in principe te „verwijderen.”

Arafat riep in een toespraak tot buitenlandse diplomaten Israël op weer over vrede te gaan onderhandelen. Hij bracht in herinnering dat zaterdag precies tien jaar geleden, op 13 september 1993, in Washington de vredesakkoorden van Oslo werden ondertekend en hij de hand schudde van de twee jaar later vermoorde Israëlische premier Yitzhak Rabin en de toenmalige Amerikaanse president Bill Clinton. Sindsdien heeft het er niet zo slecht voorgestaan met het vredesproces, maakte Arafat duidelijk.

Israëlische militairen schoten zondag een Palestijnse tiener dood toen hij samen met vriendjes probeerde binnen te dringen op het terrein van een niet in gebruik zijnd vliegveld tussen Jeruzalem en de Westoever. Volgens een familielid was de 14-jarige Ahmed Abu Latifa gedood terwijl hij probeerde een gat te knippen in hekwerk. Een Israëlische militaire bron zei dat de jongen was geraakt door een waarschuwingsschot van een Israëlische militair.

In de Gazastrook raakten zondag zeven leerlingen van een lagere school gewond toen ze door Israëlische soldaten werden beschoten met rubber kogels en traangas. De scholieren keerden terug van een manifestatie voor steun aan de Palestijnse president Yasser Arafat en gooiden stenen naar militairen die de Joodse kolonie Kfar Darom bewaakten. Een schietpartij in het oude centrum van Nablus kostte zaterdag het leven aan een 80-jarige Palestijn. Volgens Palestijnse ooggetuigen was de man voor zijn raam gaan staan toen er vlak voor zijn woning een vuurgevecht was uitgebroken tussen Israëlische militairen en Palestijnse extremisten. De woning van het slachtoffer was doorzeefd met kogels, zei een van zijn zoons.

De Israëlische grenspolitie vond bij een patrouille in Palestijns gebied drie explosievengordels die klaar waren voor gebruik, meldde Israël zondag. Ze waren verborgen in de wasmachine van een slagerij in het dorp Izzariya, niet ver van Jeruzalem.

De Israëlische politie onderzoekt of de Israëlische vredesactivist Uri Avneri kan worden vervolgd voor een bezoek dat hij zaterdag bracht aan de Palestijnse leider Yasser Arafat. Avneri reisde voor de gelegenheid naar Arafats hoofdkwartier in Ramallah, een Palestijnse stad die door Israël verboden is verklaard voor Israëlische burgers.