Muzikale rondreis langs de Goudse Glazen van de Sint-Jan
Elk gebrandschilderd glas in de Sint-Jan van Gouda heeft z’n eigen verhaal. Dat is op zichzelf al mooi. Onderstreep je dat verhaal door muziek over het thema van een glas uit te voeren, dan is het effect dubbel zo groot.
Woensdag, donderdag en vrijdag maakten drie groepen bezoekers een muzikale rondreis langs de Goudse Glazen. Het idee kwam van Agnes van Haaften van Agnes Music Management. Ze nam Historizon –die cultureel-historische excursies organiseert– en de Goudse Sint-Jan in de arm voor de organisatie. Sopraan Margreet Rietveld en organist Gerben Budding verzorgden de muziek; een gids van de Sint-Jan vertelde het verhaal.
Glas 7 is een geschenk van Filips II van Spanje. Blijkbaar voelde deze zich verbonden met de Bijbelse koning Salomo, want over de inwijding van de tempel door deze oudtestamentische koning gaat de bovenkant van het glas. Tempel, Sion, koning: dan kom je terecht bij de ”Messiah” van Händel, zegt Rietveld. Even later klinkt haar prachtige stem door de 123 meter lange ruimte: ”Rejoice greatly, O Daughter of Zion”. Budding begeleidt haar op een fraai kistorgel dat in de ingang van het koor is neergezet. Ook het lied ”Magna Res est Amor” van Hendrik Andriessen gaat over de tempel. Daarvoor gaan de musici naar boven, naar het Moreauorgel. Ook vanaf het orgelbalkon vult Rietvelds stem de ruimte.
Tegenover glas 7 bevindt zich glas 23: bovenin het verhaal van Elia op de Karmel. Het kan niet missen: daar hoort Mendelssohns ”Elias” bij. Rietveld zingt de aria waarin Elia het volk vermaant: ”Höre, Israel, höre des Herren Stimme”. Onder in hetzelfde glas is de voetwassing door Jezus afgebeeld. De Heiland draagt een paarse mantel, de kleur van de boete. Daar past de aria ”Buss und Reu” uit de Matthäus Passion van Bach heel goed bij.
Bij de glazen over de vaderlandse geschiedenis hoort andere muziek en een ander instrument. Onder glas 25, over Leidens ontzet in 1574, staat een klavecimbel, waarop Budding een 19e-eeuwse variatie over het Wilhelmus speelt. Vervolgens klinken twee vaderlandse liederen uit Valerius’ ”Gedenck-clanck”.
Het Bevrijdingsglas (28a) dateert van na de Tweede Wereldoorlog. Dan heb je een moderne vleugel nodig, aldus de musici. Vervolgens brengen ze opnieuw twee Valeriusliederen; beide klonken na de Bevrijding in 1945 in de Sint-Jan.
De muzikale rondreis eindigt in het koor, waar zicht is op de oudste glazen. Glas 11 en 12 gaan over de geboorte van Johannes en Jezus, waar het ”Maria Wiegenlied” van Reger bij past. Heel mooi vertolkt Budding op het koororgel Bachs bewerking van ”Christ unser Herr zum Jordan kam”, ter illustratie van glas 15, over de doop van Jezus in de Jordaan.
Glas 19 ten slotte verbeeldt het verhaal van de onthoofding van Johannes. Onderin wijst de Doper naar een lam. Het intense ”Agnus Dei”, gevolgd door het ”Dona nobis pacem” uit Mozarts ”Krönungsmesse”, vormen een waardig slotakkoord van deze muzikale rondreis.