Hamas zet strijd onverminderd voort
Abdullah Taha’s familie heeft een hoge prijs betaald voor haar steun aan de radicale, Palestijnse Hamas-beweging. Zijn vader en twee broers zitten in Israëlische gevangenissen en een andere broer is omgekomen bij een luchtaanval van het Israëlische leger. Zoals vele anderen blijft hij echter strijdlustig.
„Ik verwacht ieder moment een bom op ons huis (…), maar we moeten doorgaan met de strijd”, zegt hij donderdag, een dag nadat het Israëlische leger het huis van een andere Hamas-leider in Gaza-stad met de grond gelijk heeft gemaakt. Taha’s taal is de gebruikelijke oorlogsretoriek van een doorgewinterd Hamas-lid. Zijn strijdlust illustreert echter ook dat het Israëlische offensief tegen de Hamas weinig uithaalt om de trouwe aanhangers van de beweging van overtuiging te doen veranderen.
Duizenden Palestijnen in Gaza-stad zijn de straat opgegaan om hun steun te betuigen aan Yasser Arafat nadat Israël had aangekondigd de Palestijnse leider weg te willen hebben uit de Palestijnse gebieden. Er worden pamfletten uitgedeeld waarop leden van de Hamas en andere militante groeperingen worden opgeroepen „zich te verenigen, de strijd aan te gaan tegen de bezetting, en ons land en onze leider te beschermen.”
Israël en de Palestijnen zijn na een periode van betrekkelijke rust, waarin gewerkt werd aan het internationale vredesplan ”de routekaart”, opnieuw in een cirkel van geweld terechtgekomen sinds de zelfmoordaanslag van de Hamas vorige maand in Jeruzalem, waarbij 22 mensen werden gedood. Israël reageerde met een krachtig offensief tegen de Hamas door de afgelopen drie weken dertien leiders van de beweging te liquideren. Volgens Israël is dat de enige manier om te voorkomen dat nog meer daders van zelfmoordaanslagen naar Israël worden gestuurd.
Taha en anderen benadrukken dat door het Israëlische offensief geen eind zal komen aan de Hamas-aanvallen. „Zij doden mijn broer en sluiten mijn vader en broers op. Dat maakt mij alleen maar nog vastbeslotener om wraak te nemen”, aldus Taha. „Zo ervaart iedere Palestijn dat.”
De familie Taha is welbekend bij het Israëlische leger. Volgens een anonieme bron staat zij bekend als de ”familie Hamas”. Taha’s vader Mohammed was een van de oprichters van de beweging en de 27-jarige Abdullah wordt door veel Palestijnen gezien als een nieuwe Hamas-leider.
De Hamas werd opgericht in 1987, enkele dagen na het uitbreken van de eerste Palestijnse opstand tegen de Israëli’s. De beweging is tegen een Joodse staat in het Midden-Oosten, dat volgens haar moslimgebied is. Zij heeft de verantwoordelijkheid opgeëist voor het merendeel van de 102 zelfmoordaanslagen die de afgelopen drie jaar in Israël zijn gepleegd en aan 411 mensen het leven hebben gekost.
Abdullah Taha kan zich als een van de weinigen van de familie nog vrijelijk op straat begeven. In maart blies Israël het huis van de Taha’s in Bureij op. De broers en hun vader werden gearresteerd. Abdullah mocht in juli naar huis, maar de anderen zitten nog vast. Een andere broer werd in juni gedood bij een Israëlische luchtaanval, en nog een andere broer is ondergedoken omdat hij wordt gezocht wegens aanslagen op het Israëlische leger. „Ik ben heel trots op mijn broers (…). De Israëliërs doden iedere dag Palestijnen. Er moet wraak worden genomen”, zegt Taha, die nu in een vervallen appartement woont aan de overkant van zijn vroegere, nu opgeblazen huis.
Een paar kilometer verderop, in Gaza-stad, bidden een paar jongeren in een moskee bij de restanten van het huis van Hamas-leider Mahmoud Zahar. Zij zeggen dat zij door de Israëlische aanvallen hebben besloten zich bij de Hamas aan te sluiten. „Ik ben me spiritueel aan het voorbereiden”, zegt de 20-jarige Abdel El Nadeem. „Het is de enige weg die we kunnen gaan.”