De prominente geestelijke die Seseljs vertrouwen heeft, is bisschop Filaret van Milesevo. Filaret wil komen en neemt volgens Seselj waarschijnlijk nog wat priesters mee. Er is tot grote verontwaardiging van Seselj echter een probleem. De naam van deze topfiguur van de Servisch–orthodoxe kerk staat op een lijst van de EU met namen van Serviërs die als sanctie de Europese Unie niet binnen mogen.

De logica hiervan ontgaat Seselj. Hij stelt in zijn schrijven met verbazing vast dat er geen sancties zijn uitgevaardigd tegen „de ergste crimineel uit de laatste oorlog op de Balkan, paus Johannes Paulus II". Deze „onomstreden misdadiger is nog niet aangeklaagd door het Joegoslavië–Tribunaal en evenmin wordt hem de toegang tot de landen van de EU ontzegd". Seselj eist dat het tribunaal de bisschop laat komen, bijvoorbeeld door de Nederlandse ambassade in Belgrado op te dragen de benodigde visa te verstrekken.

Het inreisverbod dat de EU voor enkele honderden prominente Serviërs heeft ingesteld, dateert uit 1999 toen Slobodan Milosevic nog de scepter zwaaide in Belgrado. Het is een van de laatst overgebleven sancties tegen Servië. Volgens Seselj heeft bisschop Filaret op geen enkele wijze bijgedragen aan het ontstaan van de oorlog en hij is evenmin schuldig aan misdaden.

Hij zou door de West–Europese vijanden van het Servische volk op de lijst zijn gezet omdat hij zich inzette voor humanitaire hulp aan bedreigde Servische bevolkingsgroepen.

Seselj uitte voorts klachten over de moeizame contacten met zijn juridisch adviseurs en medewerkers, gebreken bij de verstrekking en de vertaling van processtukken door het tribunaal, ontoereikende verlichting in zijn cel in de Scheveningse gevangenis en de afwezigheid van een deugdelijke boekenplank.

De 49–jarige Seselj wordt door het tribunaal beschuldigd van misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden. Hij kwam in februari vrijwillig naar Den Haag en kondigde aan het tribunaal ten gronde te richten. Hij bestookt het met klachten en petities. Zo betwistte hij bijvoorbeeld de onpartijdigheid van zijn rechters op grond van hun nationaliteit.

Seselj combineert extreme denkbeelden met een opvliegend karakter. Hij wil zichzelf en de Servische zaak vurig verdedigen in de rechtzaal. Uit vrees dat het proces tegen hem daardoor uit hand loopt, is door het tribunaal een raadsman aangesteld, Aleksandar Lazarevic. Die zal indien nodig de verdediging overnemen van de beklaagde.