Geschiedenis

Moluks museum sluit noodgedwongen de deuren

Ze wilden een eigen land, ze kregen een eigen museum. Maar zelfs die magere buit is over een maand verleden tijd. Molukkers in Nederland worstelen met de vraag hoe ze hun geschiedenis vast kunnen houden.

Jacob Hoekman

10 September 2012 18:46Gewijzigd op 14 November 2020 23:06
Museum Maluku in het centrum van Utrecht is gevestigd in een historisch pand. Onduidelijk is wat er na sluiting van het museum met het gebouw gaat gebeuren. Foto Museum Maluku
Museum Maluku in het centrum van Utrecht is gevestigd in een historisch pand. Onduidelijk is wat er na sluiting van het museum met het gebouw gaat gebeuren. Foto Museum Maluku

Museum Maluku ligt er nog glanzend bij. Het rijksmonument in het centrum van Utrecht glimt in de zon. En ook binnen is de afwerking buitengewoon geslaagd. Historische filmpjes, fotocollages, aanklikbare infopanelen: kosten noch moeite zijn gespaard om de bezoeker historisch besef bij te brengen over de Molukken en de geschiedenis van de bewoners.

Dit is de plaats waar iedere Molukker vrijuit kan dromen over het land dat er nooit kwam. Dromen over de mooie natuur van Maluku, aan de hand van de opgezette beesten in de eerste zaal. Of de nachtmerries ondergaan van de aankomst in Nederland, zoals mogelijk is in de zaal die doet denken aan een kale barak in Westerbork. Daarin werden de Molukkers zestig jaar geleden „tijdelijk” opgeborgen.

Dromen kan de bezoeker ook van de dagen van Molukse actie, inclusief de inktzwarte bladzijden die daarbij horen. In een vitrine ligt een jasje met een hele reeks kogelgaten, van de hals tot de ribben. Het is het jasje van Max Papilaya, de leider van de Molukse treinkaping in 1977 bij De Punt. Hij werd doodgeschoten bij de bevrijding van de trein door het Nederlandse leger.

Verzoenend gebaar

Al die dingen zijn nog een kleine maand te zien. Per 1 oktober is het afgelopen met dromen, is het afgelopen met Museum Maluku. Reden: het geld is op, doordat achtereenvolgende Molukse bestuurders geen helder beleid hebben neergezet.

Voor veel Molukkers is dat bijzonder pijnlijk, want Museum Maluku, kortweg MuMa, kwam in de jaren tachtig tot stand als onderdeel van een verzoenend gebaar van de Nederlandse regering, dat daarmee erkende fouten te hebben gemaakt in de behandeling van de Molukkers (zie kader).

Er zijn dan ook heel wat Molukkers die geëmotioneerd reageren. Ze ontberen niet alleen het land waarop hun voorgeslacht hoopte, ze moeten nu ook de plek missen waarin hun dromen werden samengebald.

Op Facebook zijn meer dan 4000 mensen, overwegend Nederlanders met een Molukse achtergrond, lid van een groep die protesteert tegen de sluiting van het museum. Ze plaatsten intussen duizenden berichten en reacties.

„Dit is een belangrijke instelling voor ons”, licht een van de initiatiefneemsters van de Facebookpagina, Adelien Tasidjawa uit Amsterdam, telefonisch toe. „Maar het bestuur doet net alsof er niets aan de hand is en gaat gewoon op de oude voet verder. De bestuursleden geven geen openheid. Als onze Facebookpagina er niet was, denk ik dat het museum straks geruisloos gesloten zou zijn.”

Emoties

De bestuursvoorzitter van MuMa, de Molukse Nederlander Usman Santi, begrijpt de opgewonden reacties op Facebook wel. Hij is sinds vorig jaar oktober de voorman van het museum. „Ik dacht toen zelf dat het nog wel te doen zou zijn om het museum open te houden. Maar echt, dat is niet zo eenvoudig. Er is in de Molukse gemeenschap een actie gehouden om geld op te halen, maar daar kwam niet veel van terecht. Daarmee geef ik niet de Molukse gemeenschap de schuld, maar ik constateer wel dat het gemakkelijker is om te zeggen: „MuMa moet open blijven”, dan om een harde financiële toezegging te doen.”

„Met alleen emoties komt geen geld binnen”, weet ook Nanneke Wigard. Zij is manager van het kenniscentrum van het museum en heeft uitgebreide databases opgezet over de Molukse geschiedenis. Haar baan is volgende maand, na ruim zeventien jaar inzet voor het museum, verleden tijd. „Via Facebook iets roepen, is vrij makkelijk. Maar als het daar bij blijft, is er niets opgelost.”

De duizenden reacties op Facebook staan in contrast met de bezoekcijfers van het museum. Dat trekt jaarlijks hooguit 8100 bezoekers, grofweg de helft van Molukse komaf. Wigard: „Je kunt je afvragen: is de behoefte aan een eigen plek eigenlijk wel zo groot?”

Ernstig

Noch Wigard, noch voorzitter Santi ziet nog uitkomsten. De bedrijfsvoering is in de achterliggende jaren „niet zo sterk” geweest, erkent de laatste. De Molukse Nederlander wist niet hoe ernstig de situatie was toen hij vorig jaar de kar ging trekken. „Ik was op dat moment licht optimistisch, had zeker niet het idee dat ik hier kwam om de boel te sluiten”, zegt hij in de studeerkamer van het museum.

Andere opties zijn er volgens hem echter niet. „Het is simpel: er werd meer geld uitgegeven dan er binnenkwam. Destijds had het museum zich kunnen verbreden, maar daarvoor is het nu te laat.”

Fraude en openlijke verkwisting zijn niet aan de orde geweest, benadrukt hij. „Maar ik zeg wel: er hadden eerder keuzes gemaakt moeten worden. Ideeën als een restaurant bij het museum, een grand café: was er maar jaren eerder mee gekomen, zeg ik. Nu zitten we al te diep in het moeras.”

Had het Rijk meer moeten doen? „Ik weet dat die sentimenten leven”, zegt Wigard. „Maar de overheid heeft destijds een flink bedrag gegeven, en de Molukkers hebben dat gewoon aangenomen. Je moet realistisch zijn: de bedoeling was dat het museum het met dat bedrag zou redden. Kun je dan terug naar de overheid als dat niet lukt? Dat denk ik niet.”

Molukkers moeten ophouden naar de overheid te wijzen als het misgaat, vindt ook Santi. „De tijd is voorbij dat we het handje ophielden. Dit museum was onderdeel van de erkenning van de overheid dat er iets mis was in de manier waarop wij behandeld zijn. Dan moeten we nu niet zielig gaan doen.”

Slachtofferrol

Wat gaan al die duizenden boze Facebookfans straks doen, als de sluiting een feit is? Niet zo veel, denkt initiatiefneemster Tasidjawa. „Er is nu eenmaal geen geld. Dan houdt het op.”

Wigard moet lachen om mensen die denken dat de sluiting van het museum zo veel kwaad bloed bij de Molukkers zal zetten, dat extremistische tijden zoals in de jaren zeventig herleven. „Een collega zei tegen iemand die zich dat afvroeg: Ben je dan ook bang dat de Duitsers weer binnen zullen vallen? Er is sindsdien een hoop veranderd. Molukkers zijn uit de slachtofferrol gekropen, al een hele tijd geleden.”

Dat laatste wordt op Facebook betwijfeld door Molukkers die zich niet in het koor willen voegen van mensen die ach en wee roepen over de sluiting van het museum. „Dit is een herhaling van de Molukse bestuursgeschiedenis”, schrijft Benjamin Thenu. „MuMa maakt duidelijk dat we als volk niets geleerd hebben. Want we doen het iedere keer weer. We volgen een leider en er is nooit een democratisch proces. Onze cultuur is precies zo ingericht. Je mag niet terug praten. Ook niet als die oudere er een potje van maakt. Het blijft toch je oom, ook als het budget verkwanseld is.”

Misschien kan de sluiting van het museum de Molukkers wat leren, is de hoop van Thenu. Met de sluiting van het museum komt er hopelijk een eind aan „een tijdperk van corruptie en chantage”, schrijft hij, waarbij hij verwijst naar de gewelddadige jaren 70 met de treinkapingen. „In dat tijdperk is geprobeerd met geweld doelen te bereiken. Nu is het tijd om volwassen te worden en op eigen benen te staan. Kan MuMa dit niet, dan heeft het geen bestaansrecht.”

Bestaansrecht of niet, wie zich nog wil verdiepen in de Molukse identiteit in een eigen museum, moet snel zijn. Desondanks loopt het niet storm in het museum. Bij de laatste wisseltentoonstelling, over Molukse tatoeages, zijn op een doordeweekse dag nog de meeste bezoekers te vinden.

Ook die tatoeages onderstrepen wat de hele cultuur van Molukkers onderstreept: ze zien zichzelf niet als Indonesiërs. Ze horen eerder bij de cultuur van de Pacific: de eilanden in de Stille Oceaan. Maar daarin gaan ze niet op, bewijst een Molukse jongen in een filmpje. Over zijn hele borstkas heeft hij een grote tatoeage. ”De Heere is mijn herder”, staat er in het Maleis. Ook dat hoort bij de dromen van Maluku.


Museum met roerige geschiedenis

De geschiedenis van Museum Maluku gaat terug op de koloniale overheersing van Nederlands-Indië. Nadat Nederland de kolonie moest afstaan, had een groep overwegend christelijke Molukkers geen toekomst meer in het jonge Indonesië. Afgesproken werd dat zij tijdelijk naar Nederland zouden komen, idealiter totdat ze terug konden gaan naar hun eigen land: de in april 1950 uitgeroepen Republiek der Zuidelijke Molukken (RMS).

Dat bleef echter altijd een droombeeld. Al in het najaar van 1950 werd de RSM door Indonesië getorpedeerd. De toekomst van de Molukkers lag in Nederland, hoewel de eerste generaties altijd hoop bleven houden op terugkeer. Toen die hoop in rook opging, radicaliseerden jonge Molukkers, met diverse dodelijke aanslagen (waaronder treinkapingen) in de jaren zeventig tot gevolg.

In 1986 werd er een akkoord getekend tussen premier Lubbers en de Molukse voorman ds. Metiarij. Daarin werd overeengekomen dat de eerste generatie Molukkers in Nederland een jaarlijkse uitkering van 2000 euro zou krijgen, 
de zogenoemde Rietkerkuitkering.

Onderdeel van het verzoenend gebaar van de overheid was ook dat er een Moluks museum zou komen. Dat kwam er in 1990, op de huidige locatie in Utrecht. Vijf jaar later overhandigde de overheid het museumbestuur een „bruidsschat” van 8 miljoen gulden, waarmee het museum op eigen benen kwam te staan. Er was echter geen goed plan voor het beheer van dit geld.

In 2006 bleek uit een rapportage al dat het roer radicaal om zou moeten om het museum toekomst te bieden. Toch gebeurde dat niet. Sluiting per 1 oktober is nu de enige resterende optie.

De collectie gaat niet verloren, maar wordt wel opgedeeld: het archief van MuMa gaat het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde in Leiden en een nog te bepalen gedeelte gaat naar het Openluchtmuseum in Arnhem.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer