De pro-democratische partijen wonnen 27 van de 70 zetels in de raad, meer dan de een derde van de zetels die nodig zijn voor het behoud van het vetorecht. Dat recht kan eventueel worden ingezet om maatregelen tegen te houden die Peking meer macht geven in het semi-autonome Hongkong.

De leider van de grootste democratische partij, Albert Ho, stapte op. Zijn Democratische Partij kwam uit op vier zetels, vier minder dan de partij in de raad bezette. Ho zei zich verantwoordelijk te voelen voor het slechte resultaat.

De verwachting was dat de pro-democratische partijen beter zouden presteren, gezien de recente protesten van tienduizenden ouders, docenten en studenten tegen het opnemen van de geschiedenis van China in het onderwijsprogramma.

Hongkong werd in 1997 door Groot-Brittannië overgedragen aan China. Een zogenoemde ‘chief executive’ fungeert als regeringsleider. Die wordt aangewezen door China, na een voordracht van een 800 leden tellend college.

China heeft beloofd dat de volgende leider in 2017 via algemene verkiezingen zal worden gekozen. In 2020 kan de hele wetgevende raad worden gekozen. Bij de verkiezingen van zondag waren 40 van de 70 zetels vrij verkiesbaar.